SLAVERNIJ IS VOORBIJ, MAAR KNECHTEN NIET

Auteur: Jeroen Wielaert

Corvos 00034494 077

Photo: Vincent Kalut/Pn/Cor Vos © 2022


Tussen Le Bourg d’Oisans en Saint-Étienne hebben ze passend werk geleverd met het nemen van de Côte de Brié, de Col de Parménie en de Côte de Saint-Romain-en-Gal. Het was goed samenwerken van Mads Pedersen, Fred Wright, Hugo Houle, Stefan Küng, Filippo Ganna, Matteo Jorgenson en Quinn Simons. Deze kopgroep viel op het eind uiteen. Mads Pedersen won andermaal als Deen. Geen van allen waren het dwangarbeiders van de weg. Die term is al geruime tijd in onbruik.

In de jaren twintig raakte de betiteling bekend door de Franse reisverslaggever Albert Londres. In Franse koloniën had hij de ellende van gevangenen gezien. In 1924 volgde hij de Tour de France voor Le Petit Parisien. Op de vroege morgen van 26 juni trof hij in Café de la Gare in Coutances de gebroeders Henri en Francis Pélissier. Ze hadden opgegeven na ruzie met de directie. De Pélissiers pakten breed uit over wat ze namen aan stimulantia, waaronder cocaïne en chloroform. ‘We rijden op dynamiet,’ zei Francis. Het was de eerste krasse dopingonthulling ooit, uit de mond van twee ‘Forçats de la Route’, heuse dwangarbeiders.

Het artikel dat Londres erover schreef wekte grote ophef in Frankrijk. Voor het eerst barstte er een dopingdiscussie los. Het was perfecte stof voor het communistische dagblad L’Humanité, dat de Tour de France al langer bekritiseerde als toonbeeld van kapitalistische uitbuiting.

De toenmalige Tourdirecteur Henri Desgrange had zijn eigen krant L’Auto om tegenwicht te bieden. Hij stelde dat Londres bezig was met literaire overdrijving. Desgrange betoogde dat er een duidelijk onderscheid was tussen profwielrenners die uit eigen vrije wil hadden gekozen voor ‘dit eerzame beroep’ en ‘arbeiders in mijnen en polders die hun hele leven moeten ploeteren voor een lage opbrengst.’

In de praktijk van die tijd was het juist zo dat arbeiders en boeren, maar ook winkelbedienden graag  aan de slag gingen als wielrenner. Er was veel prijzengeld te verdienen met hard trappen op een fiets. Er bestond in dit métier wel een duidelijk klassenverschil: een hiërarchie van kopmannen en knechten.

De Nederlandse journalist Joris van den Bergh was in 1939 ploegleider van een bescheiden Nederlandse ploeg in de Tour, met voor die tijd grote renners als de Limburger Jan Lambrichs en de in Toulouse wonende gebroeders Albert en Antoon van Schendel. In een radiouitzending zei Van den Bergh dat hij geen kopman wilde bemoemen. Hij had bij de Belgische ploeg gezien wat voor een onderlinge onmin erover bestond.

Het is meer dan tachtig jaar later. In Nederland bestaat veel discussie over de benoeming van ‘mensen van kleur’, op het hoogste regeringsniveau wordt geaarzeld over excuses voor de slavernij. Zwarte Piet is door alle discussies steeds verder verbleekt. In het wielrennen is nog steeds sprake van de term ‘knecht’, ook al zijn ze wit. Pogacar zou te weinig knechten hebben. Steven Kruijswijk doet op de Alpe d’Huez sterk knechtenwerk voor Jonas Vingegaard. Het is allemaal te lezen in de krant, te horen op de televisie.

Knechten!

Het sleurwerk moet gedaan worden, maar de benoeming is niet meer van deze tijd.

Het eigenaardige is dat er van de renners doorgaans weinig emancipatorisch protest te horen is geweest. Van oudsher legden ze zich er gewoon bij neer – er was nu eenmaal een verschil in benen, een hiërarchie waarin een kopman meer verdiende. Ze konden het nog brengen tot Superknecht, een eervolle trap extra in de hiërarchie.

Die jongens van nu verdienen ook heel veel geld bij de Sjeiks en de Supermarktmagnaat. Knechten? De noeste assistentie verdient uitstekend, het is gewoon lucratief in dienst rijden van een volledig goed betaald team. In modern managemant zou het ondersteunend personeel heten. In de gemoderniseerde, maar ouderwetse bedrijfstak wielrennen blijft het bij die term. Lelijk. 

Zie ze straks in de Pyreneeën weer hengsten. Topkrachten. Wanneer komen de excuses voor de term knecht?


De Tourcolumn door Bert Wagendorp, John Kroon en Jeroen Wielaert.

Corvos 00034494 079 Lr

Photo: Vincent Kalut/PN/Cor Vos © 2022

Leave a Reply