Auteur: Jeroen Wielaert
Bij het Parco delle Cascine in Florence is de Tour de France begonnen aan een Italiaanse vierdaagse door fantastische gebieden met magnifieke kerken, forten en kastelen, maar zonder een heuse Italiaanse ploeg, laat staan een Italiaanse favoriet voor de eindzege. Nog was er geen reden voor diep Italiaans verdriet. Eindelijk had Florence de Tour binnen en het hoge Franse bezoek kwam heel het schitterende noorden van Italië promoten.
Er waren historische Florencaanse grootheden om te roemen – geen renners, maar onsterfelijke kunstenaars als Dante Alighieri, Giovanni Boccaccio, Leonardo da Vinci, Michelangelo Buonarroti, Sandro Botticelli en Benvenuto Cellini.
Ik moest denken aan Jan Cremer. In Toscane had hij een atelier waar hij de landschappen schilderde die zaterdag zo weids in beeld kwamen. In zijn opkomsttijd werd de jonge Cremer gevraagd naar zijn mening over Nederlands beroemdste schilder. Hij antwoordde obstinaat: ‘Rembrandt? Ik weet niets van wielrenners.’ Toen was de grote tijd van Wim van Est en Wout Wagtmans voorbij en moest de roem van Jan Janssen nog komen. Jan Cremer scheurde liever op de motor het literaire laagland binnen. Daags voor deze Tour hebben zijn Babette en hun zoon Ivan hem in klein gezelschap naar Zorgvlied gebracht. Het was een onverbiddelijk en sereen afscheid, zonder helikopter, zonder motor.
In de stad van de renaissance begon niet de wedergeboorte van het Italiaanse cyclismo. Het was een feestelijke maskerade voor een crisis in het Italiaanse wielrennen, met genoeg Roomse heiligenverering ter compensatie. Voor de Grande Partenza was er veel Italiaanse wielergeschiedenis op te halen, met de legendarische Ottavio Bottecchia, Gino Bartali, Fausto Coppi, Gastone Nencini, Felice Gimondi, Marco Pantani en Vincenso Nibali.
Vooral Bartali is groter dan de sport. Het is goed om naar de recente podcast van De Muur te luisteren, of hij echt een verzetsheld was in de oorlog. Er zit ook een podcast in de mythe dat hij in 1948 Italië redde door de Tour te winnen. De toenmalige premier Alcide de Gasperi vreesde een communistische revolte, belde tijdens de Tour met Bartali en smeekte hem het land te kalmeren met een Italiaanse Tourzege. Gino won de ronde en zei later: ‘Ik weet niet of ik het land heb gered, maar ik heb het wel weer laten lachen.’
Anno nu hoeft premier Giorgia Meloni geen coureurs te benaderen. Ze zit vast in haar bruine zadel, zonder een grote Italiaan bij de favorieten.
Op weg naar Rimini openbaarde zich het pijnlijke gebrek aan een Italiaanse Frank van den Broek, wonder van Warmond. Romain Bardet voerde met de dekselse Nederlandse debutant een onvergetelijk slotduet op – precies dat wat wielrennen zo fascinerend maakt. Bardet liet Frankrijk lachen aan de vooravond van benauwende verkiezingen, geladen met een non voor Macron. Legendarisch, dat armgebaar van Bardet richting Van den Broek op de eindstreep. Het leek op de vingerwijzing van God naar de uitgestoken hand van de naakte Adam, het fresco van Michelangelo op het plafond van de Sixtijnse Kapel. Als iconische geste was het stijlvoller dan het opgegeven vingertje van Nederlandse chauvinisten dat Frank had moeten winnen.
L’Équipe bedacht een toepasselijke kop voor Bardet: L’Empereur Romain, Romeinse keizer. Het werd een bewind voor een dag op weg naar Bologna, waar de San Luca het prachtige, hellende decor was voor een nieuwe Franse giornata particulare van winnende debutant Kévin Vauquelin.
Nederland krijgt dinsdag voor de beklimming van de Galibier het kabinet Schoof op het bordes. Kiezers genoeg die liever Matthieu van der Poel of Frank van den Broek op een Tourpodium zien staan. Het betere schilderij.
-
Gino Bartali, Foto Cor Vos ©
Foto header: Rimini – Italy – cycling – Bardet Romain (FRA) of Team dsm-firmenich PostNL and Van Den Broek Frank (NED) of Team dsm-firmenich PostNL in the final sprint pictured during 111th Tour de France 2024 – stage 1 from Firenze to Rimini (206km) on 29-06-2024 Photo: Pool/Bernard Papon/Cor Vos © 2024