Strade Bianche is een mooie koers die de beste renners in topvorm verdient

Corvos 00035283 037

Photo: Luca Bettini/Sca/Cor Vos © 2023


Auteur: Bert Wagendorp

Het was prachtig, Siena-Siena, bij de vrouwen én de mannen. Toscane lag er mooi bij, de heuvels glooiden uitnodigend, Karl Vannieuwkerke had het over een slang die door het landschap kronkelde en er sloeg een paard op hol dat zo hard ging dat het uit de bocht vloog. Het was droog en stoffig en dat wil je, op de dag van Strade Bianche. Het peloton moet een razende stofwolk zijn.

Demi Vollering won bij de vrouwen, ze versloeg haar ploeggenote Lotte Kopecki – hoewel VRT-commentatoren Ruben Van Gucht en Ine Beyen kilometers voor het einde elkaar al feliciteerden: Kopecki ging voor de tweede keer de Strade winnen.

Daarna kwamen de mannen. De uitslag stond van tevoren vast: Mathieu van der Poel ging zegevieren. Misschien was hij nog niet in topvorm, maar dat gaf niet, want zijn grote tegenstanders, Wout van Aert en Tadej Pogacar, hadden om uiteenlopende redenen besloten niet naar Siena af te reizen, dus Van der Poel zou ontspannen naar de overwinning kunnen rijden.

Helaas bleek onderweg dat hij de benen niet had. Van der Poel had bij het vertrek al aangekondigd dat het van zijn benen zou afhangen of hij mee ging doen voor de overwinning. Sowieso zou degene met de beste benen winnen, verwachtte Van der Poel. 

Dat was Tom Pidcock. Die had zelfs betere benen dan hij zich realiseerde. Hij vertrok uit het peloton en omdat niemand daar over betere benen dan hij bleek te beschikken, kwam Pidcock alleen aan op de Piazza del Campo. Van der Poel werd vijftiende.

Pidcock boekte de mooiste zege uit zijn loopbaan tot dusver; de status van de Strade Bianche is razendsnel gegroeid. Dat Pidcock dat weet bleek uit het feit dat hij het WK veldrijden vier weken geleden aan zich voorbij had laten gaan en al zijn kaarten op het klassieke voorjaar had gezet. Van der Poel versloeg op 5 februari in Hoogerheide Van Aert. 

De twee sterren van het wielrennen in de Lage Landen verdienen in het veldrijden zoveel geld, dat ze er niet over piekeren om vanwege de vroege voorjaarsklassiekers het wereldkampioenschap, waar ze hun marktwaarde weer voor een jaar kunnen bevestigen, te laten lopen.

Pidcock – net zo’n alleseter als Van der Poel – kiest, Van der Poel blijft hinken op twee, soms zelfs drie gedachten. Het crossen, niet meer dan een zeer regionaal bijproduct van het wielrennen, blijft aan hem trekken. 

Het is alsof Max Verstappen de eerste GP van het jaar laat schieten omdat hij per se wil meedoen aan een hotseknotsbegonia-autowrakkenrace in de Achterhoek.

De Strade Bianche verdient deelname van de allerbeste wielrenners ter wereld in hun allerbeste vorm. Dan wordt het, net als de Ronde en Parijs-Roubaix, een wedstrijd die de wereld kan veroveren. Dat kan door de koers verder het voorjaar in te schuiven, of het WK veldrijden verder de winter in, naar december bijvoorbeeld.

Je kunt er ook bij Van der Poel en Van Aert – en toekomstige crossers annex wegrenners – op aandringen dat ze net als Pidcock hun prioriteiten op orde moeten brengen. Maar dat is vermoedelijk een kansloze missie.


‘Another Brick In The Wall’ is een serie columns van De Muur meesters zelve: Peter Ouwerkerk, Bert Wagendorp, John Kroon en Mart Smeets.


 

Leave a Reply