OP DE MAILINGLIST

Another Brick In The Wall Liggend


Auteur: Mart Smeets

Omdat ik jaren te boek stond als journalist die werkzaam was bij wielerwedstrijden, ontving en ontvang ik vele mails van wielerploegen. In het hoogseizoen zijn dat bakken vol berichten, nieuwtjes en platgeslagen teksten waar renners, ploegleiders en managers mij duidelijk maken dat het zonnig is aan de andere kant van de lijn.

   Niet dat me dat erg verbaast, maar toch.

   Kijk, wielerploegen van tegenwoordig hebben persmedewerkers in dienst en die mensen moeten hun klanten (de wielerjournalisten die de koers volgen) zo goed mogelijk bedienen.

   Ik heb de overgangstijd meegemaakt dat het ‘je ziet maar hoe je aan je nieuws komt’ langzaam veranderde in berichten als ‘Morgenochtend elf uur heeft u de mogelijkheid de renners X en Y te spreken. Restaurant Au bon Soleil. Saint Jean le Grand.’

   

Persmedewerkers heb ik altijd als een niet bepaald schadelijk onderdeel in de wielerverslaggeving gevonden, zonder dat ik nu, op Bennie Ceulen, Jacob Bergsma en Harry Jansen na, nog echt mensen ken die dat werk doen. Jansen was een vrolijke fluiter die zijn lach luid door het peloton liet schallen en soms de waarheid vertelde en soms ook de werkelijkheid. Die twee lagen niet altijd parallel, maar dat ter zake. Hij liet nog eens inschenken en een leugentje om bestwil was toch niet zo erg! Hij zong altijd: ‘Meisje ga eens even krom staan, dan zal ik je op je blote kont slaan…’

   Ceulen had een Limburgse swing in zijn bestaan, vriendelijk en serviel. Of hij altijd het puntje van zijn tong liet zien, betwijfel ik, maar dan… wie doet dat wel in deze sport? Ceulen had zelf gekoerst en kende alle klappen van de zweep, maar slikte de meeste in als het om openheid ging. Logisch, vond ik in zijn dagen.

   Bergsma was zeer precies, lette op details en had de pech ooit in het spinnenweb van de aartsleugenaar Rasmussen verstrikt te raken. Als ik hem (Bergsma) was geweest had ik een snelle moord gepleegd.  Daar vroeg de Deen om.

   

Ik heb ook types meegemaakt, in de laatste jaren van mijn loopbaan, die zichzelf soms even belangrijker gingen vinden dan de berichtgeving en de medewerking die uit hun handen en geest dienden te komen. Of types die niet helemaal doorhadden hoe de pikorde in het vak lag.

   Jammer.

   Ooit liep er een Deense opvolger van Hamlet in het peloton rond. Hij was briljant in wat hij deed en wat hij zei. Oblomov op koersschoenen, een man die in de finale van een koers Leonard Cohen op zijn oren had. Of zoiets.

   Hij kende alle schermutselingen rond Bjarne Riis en haalde alle vuile kolen voor hem uit het vuur. Brian Nygaard heette hij, hij woonde (luxe, dat ook nog) in Italië, sprak zeventien talen en had leuke kapsones. Belangrijk: hij regelde wel alles dat je hem vroeg. Zijn heerlijke ijdelheid was bepaald geen sta-in-de-weg voor welke samenwerking dan ook. Hij wist in ieder geval wie hij waar nodig had.

   De mensen van Jumbo en Sunweb (en hun voorgangers als sponsoren) heb ik niet goed genoeg meegemaakt omdat het berichtenverkeer onder de verantwoording van de NOS-redacteuren kwam te liggen, maar ik weet wel dat ik niet erg opgetogen was van het beschermende taaltje dat die mannen spraken. Ze gingen voor hun renners gaan staan, ook als daar geen enkele reden toe was. Hun argwaan was nog weleens prematuur.

   Persmensen dienen een beetje te snappen hoe krantenmensen werken, moeten weten hoe je radiojongens aanpakt en hoe mentaal lenig je moet zijn om die verwende televisie-klanten bij te staan. En ze moeten tegen korte nachten in grote rondes kunnen.

   Een hele goede persman was de man die vrij veel stront van het erf van Lance Armstrong en zijn ploeggenoten heeft weggeveegd. Hij was een rustige Vlaming die in zijn dagen bij die op ontploffen staande ploeg, ongetwijfeld aangestuurd door de valsspelende Johan Bruyneel, per dag zeker 49 verzoeken voor interviews en andere onzin diende te verwerken. Philippe Maertens heet hij; een tamelijk windstille heer van onbestemde leeftijd die nu ook televisie-commentaar geeft bij het Vlaamse strontlopen (dank je Jean).

   Maertens, in zijn rol van voorlichter, kreeg een rol als voorlieger. A sign of the time, zoals het heet.

   Ik ben wel benieuwd hoe vaak hij zijn tong heeft moeten afbijten bij het rechtpraten wat krom was bij de bende van Armstrong. Er moeten toch momenten geweest zijn dat hij ernstige behoefte had aan een geladen pistool.

   Bij mijn weten vertrok hij bij de Amerikanen en kwam hij later bij Katusha uit. De hond en de kat?

   Waar ik heen wil?

   Dat ik de laatste dagen weer overspoeld word door berichten van diverse wielerploegen die hun pre-season-waar aanprijzen, hun nieuwe fietsen, helmen en renners voorstellen, hun trainingskamp open gaan stellen en die nu al, eind november, op volle stoom hun gestroomlijnde, eng gekanaliseerde marketing-gestuurde taal op ons loslaten.

   Renners die vertrokken zijn, wordt uiteraard het allerbeste gewenst (in de verte hoor je andere mensen van de ploeg verzuchten ‘opgeruimd staat netjes’) in slijmerige mailtjes waar de media het maar mee moeten doen.

   Ik geef toe: het is geen leuke baan: persvoorlichter. Je dient dat te doen met de rem op halfzeven en je moet vaak je oren dichtdoen en flink blind willen zijn, terwijl de klanten van jouw werk, de mensen van de media, open horizonten wensen, klare taal verwachten en vooral eerlijkheid.

   Helaas: een wielerploegvoorlichter zal nooit alles kunnen zeggen en alles kunnen doen. Hij of zij (een der Vlaamse ploegen heeft een sympathieke vrouw op die positie) moet gefilterd het nieuws doorgeven en verantwoording aan de grote baas van het spel afleggen.

   Peter Post zei vroeger altijd: ‘Wat moet ik met een persvoorlichter? Wat weten die mensen nou van de koers? Als de pers wat wil weten, moeten ze maar bij me langskomen…’

   Met die gedachten en woorden kwam je dertig tot veertig jaar geleden makkelijk weg. En Post huurde ineens oud-renner en verslaggever Fred DeBruyne in. Om te vertalen en soms iets tegen persmensen te zeggen als hij dat zelf niet wilde doen. Of ook gewoon om de tweede wagen te rijden.

   Geen wielerploeg had toen een gestructureerde, eerlijke en betrouwbare persman of vrouw bij zich. De Franse ploeg Gan deed het, als een der eerste ploegen, met een hartstochtelijke dronkenlap die vaak een klein rood sjaaltje om de nek droeg. Hij, Claude Sudres, was, in mijn optiek, de voorloper van alles en iedereen die tegenwoordig al die mails en appjes op ons afsturen.

   Sudres stond tegen het middaguur al aan de pastis, rookte vele bruine sigaretten en iedereen was zijn vriend. Zijn zoon Philippe ging later voor de ASO werken en was na Jacques Goddet een van de eerste Fransen die een complete zin in het Engels uit zijn mond kon krijgen. Een zin dus, die wij ook konden begrijpen.

   Die mails en berichten dus. Persoonsbeschrijvingen van nieuwe, jonge gasten. Uitnodigingen om naar verre oorden te komen om daar, in alle rust (ja, mijn zolen) de renners te kunnen spreken. Die mails dringen nu weer in mij Apple binnen, terwijl ik ze kan missen als kiespijn.

   Ja, ik weet het, je kunt je zelf ook laten uitschrijven, zodat je al dat gekonkel niet meer krijgt.

   Ik heb dat weleens overwogen, maar journalistieke nieuwsgierigheid, of in ieder geval een rudimentair overblijfsel daarvan, blijft me beheersen.

   Dus doe ik het vandaag met gegevens over de Kazak Artyom Zakharov (29) die alles op Tokio gaat zetten. Daar wil hij de held van zijn land worden. Afzender Astana.

   Ik geef hem een gratis advies. Ga even langs bij de manager van je ploeg, langs Alexander Vinokurov. Die weet heel goed hoe je aan een Olympische titel moet komen.

   Het hoe en waarom van 2012 London is overigens nooit in een serieus persbericht verschenen en dat maakt me ook behoorlijk kopschuw voor het vak en de mensen die dat vak uitvoeren.

   En ga ik ooit een persbericht lezen waarin de werkelijke waarheid en de ware werkelijkheid over het ‘ontslag’ van ex-renner Stef Clement bij Jumbo naar voren komt?

   Of wil ik dat eigenlijk ook niet meer weten?

   Door de jaren heen heb ik geleerd de korrels zout tussen de berichten te proeven.


‘Another Brick In The Wall’ is een serie columns van De Muur meesters zelve: Peter Ouwerkerk, Bert Wagendorp, John Kroon en Mart Smeets.

Music Light Technology White Star Concert 1049186 Pxhere.com Kopie


Leave a Reply