KAI REUS EN HET WERELDUURRECORD, ALS LAATSTE STATION

Another Brick In The Wall Liggend


Auteur: Bert Wagendorp

Wielrennen is wat anders dan hardfietsen, behalve in tijdritten. Dan is wielrennen wel hard fietsen. Tijdritten worden meestal verreden op de weg, maar de Moeder aller Tijdritten speelt zich af op de baan: het werelduurrecord.

Het werelduurrecord heeft de charme van de eenvoud. Je stapt op een fiets, iemand lost een startschot en vervolgens ransel je een uur lang de trappers, een paar honderd rondjes lang, alsof de duivel je op de hielen zit. Na precies een uur lost iemand een eindschot en wordt er gemeten tot welke afstand je bent gekomen.

Het werelduurrecord is mythisch. Wie het lukt het te verbeteren voegt zich in een rijtje legendarische namen als Fausto Coppi, Eddy Merckx, Francesco Moser, Miguel Indurain en Bradley Wiggins. En dat allemaal door één uur hard te fietsen. Eén uur en je naam gaat de wereld over. Eén uur en iedereen is al je nederlagen vergeten. Eén uur en je leven heeft zin gehad. Eén uur en je bent van nobody somebody.

Dat verklaart de aantrekkingskracht van het record – het heeft de verleiding van veel voor weinig. Ook de sponsor van de aanvaller staat daar aan bloot.

De renners die het werelduurrecord aanvallen zijn in twee categorieën te verdelen. Je hebt de kampioenen die het naderende einde van hun loopbaan cachet willen geven (Wiggins, Indurain) en je hebt de onbekende hardfietsers die een afsteekpaadje zien naar snelle bekendheid. Dion Beukeboom, die in 2018 een mislukte poging deed, behoorde tot die laatste groep, maar de lijst is eindeloos.

Iedereen weet dat die illusie van gemakkelijk verkregen roem een vergissing is. Het rijtje uitdagers dat na afloop van hun poging verklaarde dat de aanval een van de allerergste ervaringen uit hun carrière was – ook wanneer het een geslaagde poging betrof – is lang.

Een uur lang opgesloten zitten in je eigen geest, met als tegenstander de moordende tijd en de hevige pijn in je benen, kan zelfs een traumatische ervaring zijn. Nadat Eddy Merckx het record in 1972 in Mexico-Stad op 49.431 kilometer had gebracht, kon hij alleen nog maar uitbrengen dat hij zojuist het vreselijkste had beleefd dat hem ooit was overkomen.

En nu is Kai Reus van plan het werelduurrecord aan te gaan vallen. Dat is sinds vorig jaar in handen van de Belgische hardrijder Victor Campenaerts, met een afstand van 55.089 kilometer. Dat is gruwelijk, maar het kan harder, denkt Reus – wat logisch is, anders zou hij niet aan zijn project zijn begonnen.

Dat het harder kan, blijkt ook uit de statistieken. Het record wordt telkens met zulke ruime marges verbeterd, dat duidelijk is dat het maximum nog lang niet is bereikt. Campenaerts reed bijna een halve kilometer meer dan zijn voorganger Wiggins. Die verbeterde in 2015 de afstand van Alex Dowsett met bijna twee kilometer.

Kai Reus is 35 jaar oud. Hij gold vijftien jaar geleden als het grootste talent van het Nederlandse wielrennen, samen met zijn generatie- en streekgenoot Thomas Dekker. In 2003, hij had één jaar een licentie, was hij wereldkampioen bij de junioren geworden. Er lag voor Reus een glorierijke toekomst te wachten.

Die toekomst duurde tot 12 juli 2007, toen Reus tijdens een training in de afdaling van de Col de l’Iseran ten val kwam, hevig hoofdletsel opliep en elf dagen in coma lag in een ziekenhuis in Grenoble. Op 22-jarige leeftijd had Reus de top van zijn fysieke en mentale kunnen bereikt en hij zou nooit meer op die hoogte terugkeren, hoe optimistisch hij telkens weer nieuwe pogingen ondernam.

Een van mijn favoriete verhalen ooit in De Muur werd geschreven door de toen nog onbekende Thijs Zonneveld en had Kai Reus als hoofdpersoon. Het stond in 2008 in De Muur 22, onder de merkwaardige titel Genieus. Zonneveld had Reus zeven maanden gevolgd en zijn eerste poging tot een terugkeer nauwgezet geboekstaafd. Het was een aangrijpend verslag.

In de jaren daarna was het alsof het lot het niet bij eenmalige tegenslag voor Reus wilde laten. Er troffen hem nieuwe rampen, die ik hier niet nogmaals in herinnering zal roepen. Ze zijn terug te lezen in een ander Muur-verhaal met Reus als onderwerp. Dat verhaal van Fred Segaar had als titel Nog meer pech voor Kai Reus, en verscheen in 2013 in Muur 42.

Dat tragiek vaak tot de mooiste verhalen leidt, bewijst de onvolmaaktheid van de schepping.

En nu had Kai Reus zich voorgenomen dat hij nog eenmaal wilde laten zien wie hij was, en vooral wie hij had kúnnen zijn. Samen met een professioneel begeleidingsteam, onder wie voormalig ploegleider Theo de Rooij, en een speciaal voor hem gevormde ploeg (‘Cyclingteam A. de Jong’ met als enige renner K. Reus) had Kai Reus zich voorgenomen het werelduurrecord aan te vallen in augustus 2020. Nu stuurde het noodlot het coronavirus op zijn pad – niet dat hij werd getroffen, maar van een serieuze voorbereiding kon geen sprake meer zijn.

Ik had het hierboven over twee categorieën werelduurrecord-uitdagers, maar eigenlijk zijn het er drie. Thomas Dekker deed in 2015 een poging op de baan van Aguascalientes, Mexico. Zijn carrière was op dat moment al gesmoord in doping en leugens, maar de afstand die hij overbrugde (52.221 kilometer, maar 270 meter minder dan recordhouder Rowan Dennis) bevestigde nog eens hoe Dekker in de jaren ervoor zichzelf en zijn talent tekort had gedaan.

Kai Reus zag zijn carrière teloorgaan door het noodlot. Maar net als in het geval van Dekker is de recordpoging ook voor hem een manier om een punt te kunnen zetten achter alle doorstane ellende. Om nog een keer tegen het publiek te kunnen zeggen: Dit was ik, dit kon ik, mijn naam is Kai Reus, gemankeerd grootheid. Ik groet u en ga door met mijn leven.

Het voornemen van Team Kai Reus is nu om in april 2021 een aanval op het record uit te voeren. Dat duurt nog een jaar, en Kai Reus is dan 36. Al die tijd moet hij proberen de motivatie vast te houden en zich te blijven focussen op het veroveren van een plaatsje in een lange lijst van recordhouders waarin hij, áls het al lukt, maar korte tijd het laatste schakeltje zal blijken te zijn.

Ik zou het hem zeer gunnen, want je wenst iedereen een ferme streep door het verleden toe. Ik gun ook het noodlot een pijnlijke nederlaag.

Maar voorlopig wijzen alle voortekenen wel de verkeerde kant op.


‘Another Brick In The Wall’ is een serie columns van De Muur meesters zelve: Peter Ouwerkerk, Bert Wagendorp, John Kroon en Mart Smeets.

 

Leave a Reply