JEROEN VAN BELLEGHEM WEET NOG WANNEER KARSTEN 132E WERD

Another Brick In The Wall Liggend


Auteur: Mart Smeets

Omdat de Nederlandse belangstelling vanuit Hilversum op zijn minst beperkt is als het gaat om directe uitzendingen rond de Vuelta a Espagna, is de wielerfan aangewezen op twee knoppen: bij mij thuis kanaal 20 Eurosport en kanaal 51 de VRT.

   Ongetwijfeld weten mensen van de nieuwe media nog meer manieren te noemen, maar ik, digibeet, moet het hiermee doen. Ik moet dus een keuze maken.

   Eurosport begint, overdrijf ik nu voor het gemak, al een uur voor de start en als het aan commentator Jeroen van Belleghem zou liggen, mag ook het tandenpoetsen ’s ochtends van de renners live gebracht worden. Hij herkent het verschil tussen Prodent, Elmex en Crest meteen.

   Eurosport heeft bij zelfproclamatie de titel van ‘de wielerzender’ aangenomen. Kwantitatief is daar weinig tegenin de brengen. Hun uitzendingen zijn oneindig lang en dat noopt een luisteraar soms tot wegschakelen of een tussentijds een bezoek aan Albert Heyn, de slager of de wijnboer om ‘sane’ te blijven.

   Ronduit hinderlijk en zeldzaam ondoordacht zijn de zelf bevlekkende filmpjes van ‘wat eerder op Eurosport’ te zien was.

De bedenker ervan en ook de vormgever dienen strafwerk te krijgen. Het hindert, het trekt je uit de koers, het dient geen enkele goede zaak en wrevelig kijken is geen kijken.

   Dat plus nogal wat slordige schakelfouten van geluidstechnici maakt het kijken naar deze zender soms wat brak. Toegegeven: er zitten bij tijden prachtige Karsten Kroon-vertellingen bij. De Drent afficheert zich als een man, een oud-renner, zonder geheugen. Of hij ooit over die en die en die berg heeft gereden, vraagt Van Belleghem hem op serieuze toon. Kroon heeft meestal geen idee. Zijn collega is een cijfer-fetisjist die in de vroege ochtenduren hele vellen volschrijft met wetenswaardigheden voor de rest van de dag. Hij zet op deze manier een paar maal per middag de ex-renner mat, vergezeld van de uitroep ‘Weet je niet meer dat je daar 132e bent geworden?’ Kroon slikt dan, herkent twee buizerds in de lucht boven een weiland en zegt nederig: ‘Neen, Jeroen, dat weet ik niet meer, wat een schitterende vogels toch, de rechter is een mannetje.’

   Dan ploft even een stilte tussen hen in en dat zijn ook wel mooie momenten.

   Ik ben opgeleid in de NOS-school van de jaren zeventig: veel praten was niet gewenst, houd de lijn schoon bij ‘total shots’ en doseer, doseer en doseer nog meer. Stilte is immers het mooiste geluid dat er bestaat.

   Van Belleghem komt uit een andere school (of opleiding) en beoefent zijn vak op een compleet andere manier dan dat ik geleerd heb. Dat kan, dat mag, dat moet ook.

   Soms gruwel ik van de feitenregens die hij over de allermooiste natuurshots heen sprenkelt. Dat Valverde hier 37e en later 12e is geworden in 2008. Met wind tegen en drie renners in zijn wiel. Eentje in een rode, eentje in een blauwe en eentje in een roze trui. De buitentemperatuur toen was 27.4 graden bij de start en aan de finish opgelopen tot 29.8 graden. De weg bij de streep was 5.42 meter breed en licht oplopend, nauwelijks twee procent.

  ‘Herinner je je dat nog, Karsten?’ vraagt hij dwingend en tevens belangstellend.

   Kroon slikt, hij ziet net een mooi zandstrand voor zich en wil iets over het heldere water in Noord Spanje zeggen. ‘Nee, Jeroen, daar weet ik me niets meer van te herinneren. Reed ik daar ook?’ Van Belleghem: ‘Je passeerde de laatste col in een klein groepje en kwam op 27 minuten binnen, in het wiel van drie Spanjaarden van Caja Rural. Weet je dat echt niet meer?’

Zo cabaretesk passeren deze Vuelta-middagen. Met tussendoor onverstaanbare gesprekjes van bij de start die ochtend die lukraak op zender worden gegooid, vaak als de koers even spannend dreigt te worden. Beide Eurosport-medewerkers spreken overigens van ‘interviews’, wat het echt niet zijn. In te klein gehouden beeld-in-beeld uitsnedes, waardoor je én niets verstaat én bijna niets ziet. Het is een toverbal aan kleuren, geuren, zinnen, beelden, klanken en vooral een niet te stoppen reeks aan feiten en feitjes.

   Wanneer Kroon in de sporen van Socrates met wijsheden strooit die het peloton ruim te boven gaan, is het genieten. Filosofisch bijschakelen naar de grootste versnelling is dan vereist. ‘Zag je die koepel op die kerk, Jeroen, wat was dat prachtig.’ Van Belleghem: ‘De tweede groep rijdt nu op 64 seconden.’ Kroon: ‘Hoe hebben ze dat kunnen bouwen?’ Van Belleghem: ‘Daar komt Jetse Bol weer terug. Mooi werk voor de Nederlandse kijker!’ Kroon: ‘En met hoeveel mensen hebben ze daaraan gebouwd?’ Van Belleghem: ‘Landa heeft vandaag geen benen.’

Meestentijds ben ik dan al eventjes gaan buurten bij de mannen van de VRT die heerlijk op hun gemak in Brussel achter grote tafels vol beschreven vellen zitten en op hun vertrouwde wijze commentaar geven. Een sjiek herendubbel voor twee wielergekken.

   Michel Wuyts, de authentieke schoolmeester van ons gilde en de slimste, snelst denkende analist aller tijden, José de Cauwer naast hem. Geen enkele wielertruc is hem vreemd.

   Hij is Mr. Absoluut en strooit dat woord een kleine tweehonderd maal per etappe over de zender. Prachtig.

   Ik luister graag naar hun koorzang en bewonder ze vooral als ze na de finish de gehele huldigingsceremonie meenemen als de meest normale en serieuze zaak ter wereld. De tijd die de VRT en deze twee mannen dan volpraten is over het algemeen meer dan een complete uitzending van etappesamenvatting in het weekend bij de NOS.

   Verleden week heb ik zo’n hele middag uitgezeten, bijna vijf uur koers. Er waren momenten dat ik absoluut gek werd, dat ik geen feitje van Jeroen meer aan kon, maar wacht… Zij doen het wél, zij zijn er wél.

   De NOS plant soms wel zeventien seconden van een eindsprint in een of ander borstelig Journaaltje en daar heb je dus he-le-maal niets aan. Dan maar die wringende kwelling van de hele middag, met soms een hazenslaapje, vier keer plassen, een ferme gin-tonic en tussendoor Trouw proberen uit te lezen en de poezen eten geven. De Vuelta-bijdrages in de misschien wel beste krant van Nederland passen echter ook in een vingerhoedje.

   Van die Engels/Ierse nabeschouwingsshow bij Eurosport word ik niet jubelend blij. Soms checken we bij ons thuis de lengte van de rok van de presentatrice en verbazen ons over haar tijgervelletjes en hippe laarsjes. En wat zegt ze nou? Zijn de kijkers in Polen dan al afgehaakt?

   Maar ze doen het wél, ze proberen er iets van te maken, ze geven de koers toch wat extra cachet mee.

   Het is niet mooi uitgelicht, die aardige Limburgse jongen staat altijd even kort in beeld bij zijn vroege ochtendvragen, maar hij is er en hij doet het.

   Ik herinner me dat we vroeger op zaterdag en zondag door de collega’s van de (toen) BRT op onze Spaanse commentaarpositie ontvangen werden met de woorden: ‘Ah, daar zijn de weekend-wielermannen. Welkom heren.’

   Terecht. Wij waren slechts parttime passanten.

   Wim Kan leerde ons al dat de televisie uitzetten hetzelfde is als een muis dooddrukken: dat doe je niet snel. Dus ik zette niet snel het toestel uit bij het WK feiten noemen. Of bij de heerlijke Wuyts-zin: ‘Wat komt die daar in dit groepje in Godsnaam zoeken?’

   De Vuelta, waar een regisseur ons afgelopen zondag verraste met een van de fraaiste beelden ooit: vier of vijf bergbeklimmers op een hoogte van 2591 meter, naast elkaar, zwaaiend naar ons, luie thuiszitters.

   Voordat Van Belleghem ons de namen en leeftijden van die durfals zou gaan noemen, hoorde ik De Cauwer lachen: ‘Durfals…absoluut!’


‘Another Brick In The Wall’ is een serie columns van De Muur meesters zelve: Peter Ouwerkerk, Bert Wagendorp, John Kroon en Mart Smeets.

Corvos 00033469 096


Fotografie: Cor Vos

 

 

 

 

Leave a Reply