Hoe de skispringer Mitja Meznar Roglic de schans weer opduwde en diens Giro redde

Corvos 00035550 110

Primoz Roglic – Photo: Roberto Bettini/Sca/Cor Vos © 2023


Auteur: Mart Smeets

Eerst dacht ik dat ‘G’ (want zo noemeen verslaggevers Geraint  Thomas bijna liefkozend en ik ga natuurlijk met alle modegrillen mee) een grapje maakte door bij het ‘fietswisselpunt’ kalmpjes zijn vlak-terreinhelm af te zetten en een klimhelm op zijn hoofd te zetten. Het viel me mee dat er geen verzorger stond met een kopje thee voor de Brit, wat het was laat in de middag.

   Thomas verloor een paar seconden in die eigenlijk heel komische wisselact, maar dat was, zo snapten sommigen, een teken.

   Gaat de tijd nog komen dat in een klimtijdrit de renners van hansopje gaan wisselen? Ik denk het wel, in een speciaal door een bekende wielerarchitect ontworpen paskamertje langs de weg.

   Na de flauwste Giro sinds jaren viel deze lichte faux pas niet echt uit de toon.

Ik had op zaterdagmiddag pas laat het luie blauwe oog aangezet, want alleen de top-tien aan het werk te zien leek me genoeg. Ja, ik was overtuigd van het rijden van Thymen Arensman, de jonge kerel die te boek staat als een niet veel pratende, maar wel consequent koersende rustige vent van 1.90 meter.

Corvos 00035544 086

Thymen Arensman – Photo: Ilario Biondi/Sca/Cor Vos © 2023

   Dat recht heeft iedereen, maar soms is het ook wel eens lekker dat je een topsporter tegenkomt die iets van zijn ziel bootlegt. Ik zag, door de drie weken heen, een paar pogingen van de ESPN-mensen ter plekke, maar dat waren nou niet bepaald geslaagde exercities. 

   Wat heeft de internationale wielerjournalistiek gedaan om de schelp van de Nederlandse renner zo gesloten te houden? Ik verwacht geen tweede Kneet, geen tweede Robbie Harmeling, maar misschien wel een tweede Breuk.

   Erik was ook geen spraakwaterval toen hij koerste en ook hij woog zijn woorden op een gouden weegschaaltje, maar als hij wat zei, was dat nog weleens raak. En dan heb ik het over de renner Breukink en niet over de co-commentator, want tussen die twee gaapte een behoorlijk gat. Zoals bij vrijwel alle renners die later achter een microfoon plaatsnemen. Het is een tamelijk moeilijk vak dat eigenlijk steeds gecompliceerder wordt. Een interview geven is iets anders dan voordragen uit eigen werk in een de microfoon van de commentator. Een topcoureur hoeft geen top-analist te worden. Hoe zei Co Adriaanse dat ook maar weer? ‘Een goed paard maakt nog geen goede ruiter.’

   Arensman was oké in zijn manier van koersen en zijn eindpositie in het roze klassement – dat hij niets of nauwelijks iets wilde of kon zeggen zal een reden hebben die mij niet aangaat.

   Primoz Roglic is ook geen spraakwaterval als hij van zijn fiets afstapt. Hij verstaat de kunst zijn gedachten in simpele, vaak repeterende zinnen tot ons te brengen. Copy-paste van andere koersen in andere jaren. Mijn opa zou hebben gezegd: ‘Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is’ en dat is ook waar.

   Bij Roglic heb ik steeds het gevoel dat hij wel meer zou willen vertellen, maar dat er in zijn hoofd een schuifje dicht zit en dat het vertellen wat hem beweegt en hoe hij zich voelt, niet zijn grootste kracht is.

   Dat hij door een soort wildrooster weer in de problemen kwam, paste heel goed in zijn loopbaan. Ook dat soort dingen zijn we van hem gewend, ik kijk er tenminste niet meer vanop. Dat een ex-teamgenoot van het Sloveense skispring-team, fraai gekleed in een rood T-shirt, hem de push van zijn leven gaf, maakte het verhaal alleen maar mooier.

   Het is wel een goeie voor wieler pub-quizjes: hoe was de naam van die duwman en dan bedoelen we niet de Jumbo mekanieker (die overigens Tessel Sprengers heet) maar die andere, daar toevallig rondhangende, vreemdeling. Hier is het goede antwoord: Mitja Meznar. De man moet hebben voorzien dat er iets geks zou gebeuren met zijn vroegere ploeggenoot, en was, door God gezonden, op dat onwaarschijnlijke uithoekje van de wereld gaan staan.

   Roglic, die waarschijnlijk ergens in zijn gedachten een veiligheidsknopje heeft aangebracht, bleef rustig, raakte niet in paniek en kon daarna pas echt gaan uithalen.

   De winst zij hem meer dan gegund: afwachten loonde voor hem maar maakte de Giro er niet echt beter van qua uitvoering.

   Roglic, als bijna midden-dertiger, won de Giro op fraaie wijze, want ‘G’ leek in zijn laatste kilometer op een man van 73 in plaats van 37.   

   Eind goed, al goed? Ja. 

   Goed podium, amusementswaarde van vele etappes niet het vermelden waard en de man die het verdiende in het roze.

   Ik hoop wel dat iemand ooit nog eens een zelfportret van Primoz Roglic voor ons maken waar we smullend van genoegen over zullen blijven praten. Ik ben geneigd te zeggen: Thijssie, ga je gang en sterkte.

   O ja, ik kon de huldiging en het Eurosport-gedoe na afloop niet meemaken, want ik moest naar de Arena in Amsterdam. Ene Bruce Springsteen (73 jaar jong), optredend zonder rugnummer, ging voor in een optreden waarbij geen enkel vergelijk met de drieweekse koers door Italië paste. 

   Hoewel?

   The Boss struikelde op zeker moment van een trapje en viel pardoes op zijn plaat, moest even bijkomen, schudde de kop, verdreef de shock en wellicht de korte pijn en denderde door. 

   ‘Een Roglic-je,’ zeiden we op de tribune. Op je bek gaan en toch winnen.


‘Another Brick In The Wall’ is een serie columns van De Muur meesters zelve: Peter Ouwerkerk, Bert Wagendorp, John Kroon en Mart Smeets.

Corvos 00035557 095

Photo: Luca Bettini/Sca/Cor Vos © 2023

 

Corvos 00035557 030

Photo: Luca Bettini/Sca/Cor Vos © 2023

 

Corvos 00035557 162

Photo: Miwa Iijima/Cor Vos © 2023

 

Corvos 00035557 213

Photo: Miwa Iijima/Cor Vos © 2023

Leave a Reply