Hoe de brave Piet van Est een Giro-etappe won


Auteur: Mart Smeets

In mijn opleidingsjaren bij de NOS kreeg ik wijze lessen mee van uiteraard Jean Nelissen, maar ook van onze twee eminente chauffeurs: Herman Cornelis (die bijna wereldkampioen op de weg in Zandvoort werd, maar op korte afstand van de finish lek reed) en van Edgard Sorgeloos, die in het wielermetier bekend stond bij iedereen als ‘Labie’  en die slimheid paarde aan een lichte vorm van gemeenheid.

Van hem kwam het verhaal, uiteraard verteld in een fenomenaal Italiaans restaurant dat ik met geen mogelijkheid meer terug kan vinden, over één van zijn ploeggenoten in de jaren zestig van de vorige eeuw.

Labie was de meesterknecht van Rik van Looy en zij beiden hielden toezicht over de renners van de Faema-ploeg, voornamelijk Vlaamse stoempers als Van Tongerloo, Impanis, Desmet en Schroeders. Plus een Brabantse renner uit een rijk wielergeslacht, Piet van Est. Piet was de jongere broer van de vedette van die jaren Wim van Est en hij was weer net iets beter dan die andere broer die ook in grote koersen opstapte, Nico van Est.

‘Piet’, vertelde Labie, ‘kon afzien, kon alleen rijden tegen een onwaarschijnlijke snelheid, haalde bidonnen; hij won zelden of nooit een koers, maar werd in 1961 door Van Looy uitgekozen voor de Giro-ploeg. Zijn opdrachten waren duidelijk: Van Looy naar de finish brengen, bij Van Looy in de buurt blijven in de cols en vooral water halen, veel water.

Labie: ‘We speelden ook vaak met zijn voeten. Op een warme dag riep Van Looy: “Piet, water!” Piet liet zich plichtsgetrouw afzakken, nam negen bidons aan vanuit de wagen en reed weer terug. Om dat twintig minuten later weer te doen en daarna nogmaals. Er kwam een etappe dat Piet achterin zat, natuurlijk weer om water te halen. Toen werd er ineens vreselijk gedemarreerd. Wij waren Piet dus kwijt, we hadden dorst, maar Piet was nergens te bekennen.

‘Na een uur volle koers hoorden we dat hij solo op dik tien minuten reed. Een half uur later sloot hij, kinderlijk blij, aan in het peloton. Wij zakten meteen naar hem af om onze bidons aan te nemen. Nou dat was dus jammer. Piet had zo afgezien dat hij acht bidons zelf had leeggedronken en dus was er alleen voor Van Looy nog één drinkbus met lauw water over. Natuurlijk kreeg hij zijn huid vol gescholden en de brave mens remde, bleef een half uurtje weg en kwam toen met vijf volle bidons terug. Hij had twee bussen zelf leeggedronken, want hij smachtte van de dorst en had het warm, dus was hij gaan drinken en had hij zichzelf een douche van twee bidons gegeven. Natuurlijk kreeg hij weer op zijn donder van Van Looy. Maar op Piet kon een mens nooit lang boos zijn; die mens was zo vriendelijk, naïef, aardig en werkte als een beest.

‘Op een ochtend, de etappe ging naar Taranto, zei Van Looy dat ‘den Rosse’, want zo noemden we hem, mee moest gaan met de vroege vlucht. In eerste instantie riep hij dat hij dat eervol vond, maar kon hij niet beter drinkbussen halen? Van Looy speelde de strenge kopman, het was een warme dag en niemand had werkelijk zin om echt te koersen: ‘Neen, gij gaat mee met de eerste ontsnappers en blijf maar vooruit.’

Die dag won Piet van Est de etappe. Labie: ‘Wij kwamen met de grote groep op flinke afstand binnen en zagen hem op het podium staan. Piet zag onze verbaasde blikken en stak, heel voorzichtig zijn wijsvinger op in onze richting ten teken dat hij had gewonnen. Ik denk dat hij zich daar eigenlijk voor schaamde. Hij koerste immers om anderen bij te staan, winnen was vreemd voor hem.’

’s Avonds aan tafel werd zijn etappewinst goed gevierd en was ‘den Rosse’ even het middelpunt van de Faema-ploeg. Er kwam Spumante en bier op tafel en Van Est lachte breed, hij had in de Giro, een heuse etappe gewonnen.

Een jaar eerder, in de Tour de France, was hij in Toulouse nipt geklopt en dat verlies van toen kon hij nu wegspoelen. Labie: ‘De volgende dag werd er uit het vertrek gedemarreerd, het bleef de hele dag koers en Piet reed als een gek van en naar de wagens achter het peloton. Zonder ooit van zijn voeten te maken, zonder tegenroepen, zonder zelfs maar een keer te laten blijken dat hij nu wel genoeg water had gehaald. Je moet namelijk weten dat Piet van Est één van de sterkste mensen was die ooit op een koersfiets zat. Hij kon geweldig afzien, hij reed voor een kopman en dus hield hij zijn mond en ging weer achter negen bidons aan. Nooit weigerde hij, wat een man.’

Piet van Est overleed jong, op 57-jarige leeftijd. Dat was voor al zijn voormalige ploeggenoten een flinke klap in het gezicht. Piet dood? Die vriendelijke mens uit Fijnaard, die superknecht, die tevreden waterdrager? Labie: ‘Nooit zo’n gedienstig mens meegemaakt, die bestaan er allang niet meer.’

Zulke vertellingen vormden mijn leerschool, de rest kwam later pas: eerst de menselijke kant van de sport.


1599Px Piet Van Est In And Jacques Anquetil Tour De France 1961

Piet Van Est In Gesprek Met Anquetil – Juni Of Juli 1961 – Bron: Wikipedia / Nationaal Archief – File Number: 912-6717

Foto header: De Nederlandse ploeg, Tour de France 1960 – boven lnr Martin van de Borgh, Piet van Est, Jo de Roo, Wim van Est – onder lnr Ab Geldermans, Coen Niesten, Piet Damen, Jaap Kersten – bron: Wikipedia / Nationaal Archief – Bestanddeelnummer 911-3748

Leave a Reply