HET WAREN ACHT FANTASTISCHE DAGEN

Mot 1


Auteur: Peter Ouwerkerk

Die zevende etappe, die heuvelrit XXL, die ultralange overgang van het tamelijk vlakke Bretagne naar het verre uitzicht op de Alpen – hoe was die de heren renners nu eigenlijk bevallen? De vraag was meerdere malen gegaan over hoe hij zich voelde, na die anachronistische dollemansrit tegen de 50 km per uur. Wel, kapot – had hij iedere vraagsteller naar eer en geweten geantwoord.

Kort na de finish zei hij: ‘Ik ben vrij kapot.’ Voor de camera van De Avondetappe liet hij vastleggen: ‘Ik ben nog flink kapot.’ En na een tamelijk onrustige nachtrust klonk het voor de start van de eerste officiële bergrit: ‘Ik ben nóg behoorlijk kapot.’

Dat was zeven dagen geen taal geweest waarvan Mathieu van der Poel zich normaliter bediende. Kop goed, lijf goed, gemoed goed. Maar ook aan zíjn fysieke mogelijkheden bleken dus grenzen te kleven. Eigenlijk had hij gedacht de Tour al eerder vaarwel te gaan zeggen; ritzege (en wát voor één), gele trui zeven dagen om de schouders, ploegmaat Merlier aan een sprintzege geholpen – wat bleef er nog meer te wensen voor een Tourdebutant?

Heel Frankrijk, Nederland, België – nog sterker, álle wielerfans aller landen hadden gesmuld van zijn onbevangenheid, zijn exposure, zijn ideeën over ‘lekker koersen’. Hij was nu al, op zijn 26ste, een voorbeeld voor iedere jongen met een racefiets. Mathieu werd bedankt. Niemand zou hem kwalijk nemen als hij zijn vizier vanaf nu voor honderd-en-tien procent zou richten op Tokio. Na het geel straks ook het goud, op de MTB, de mountainbike.

Maar, zo weglopen – dat kon hij ook niet maken. Nog eentje dan. Hij was er nou toch, en echt kwaad kon zo’n etappe toch eigenlijk ook niet. Wie weet als hij later nog eens andere ideeën over de Tour had, als hij zich middels een wél serieuze voorbereiding wél focuste op de grootste aller rondes – dan kon hij deze Tourervaring wellicht nog goed gebruiken.

Nog één etappe dan. Vijf kilometer na het startschot van rit 8, van Oyonnax naar Le Grand Bornand, was het oorlog. Als in een wereldkampioenschap voor slagersjongens. Vijf kilometer nadat Tourdirecteur Prudhomme de vlag had laten vallen, was in iedere costaud een bravehaert gevaren, en was het kaf meteen van het koren gescheiden. De bus in het achterveld zat al vol voordat de eerste col van de dag zijn contouren had laten zien.

Nog eentje dan? In rotten van tien liet het grote peloton zien hoe zij zich aan de poort van het hooggebergte wilden melden. Vol energie, strijd- en ondernemingslust. De eerste zeven etappes hadden al koers van de allerhoogste kwaliteit laten zien, wel – etappe acht was een glimmend, glooiend en gloeiend equivalent van al het voorafgaande. Voor elck wat wils, voor iedereen wel iets. Te paard! Cavaleristen te paard!

De Franse televisie was met groot materieel uitgerukt, had camera’s in alle soorten en maten op de slagvelden gericht, maar zelfs met die outillage waren de ontwikkelingen niet bij te houden. Het was chaos en pandemonium tegelijk. Zonder aanziens des persoons werden reputaties beentje gelicht, werden potentiële kanshebbers losers.

Na 95 kilometer ging de lamp bij Van der Poel op spaarstand, na 110 kilometer werd het licht gedoofd. Verder doen had totaal geen zin. Niets ernstigs aan de hand, maar aan alles voelde hij dat het tot hier was en niet verder. Er wachtten nog meer opdrachten die hij graag wilde vervullen. Hij had nu aan de Tour geproefd, hij ging er vast nog eens terugkomen, misschien wel voor het eindklassement.

Op bijna 22 minuten achter winnaar Dylan Teuns kruiste MvdP de finishlijn. Waar iedereen nog stijf stond van bewondering voor de nummer twee van de dag en tevens nieuwe geletruidrager Tadej Pogacar. Wat die Sloveen in de finale op de Colombière had aangericht was verbazingwekkend. ‘Poga’ had bijna alle pionnen van de uiteengevallen 19-mans kopgroep ingelopen en voorbijgestoken.

Wie Pogacar deze Tour nog van plan is te counteren, moet wel heel snel een stel bionische ledematen laten invliegen.

Om het met Tempo Team te zeggen: ‘Bedankt Mathieu, het waren acht fantastische dagen.’


Gedurende de Tour de France zal er in dit weblog dagelijks een column verschijnen, geschreven door John Kroon, Peter Ouwerkerk en Jeroen Wielaert.

Corvos 00033273 025 Kl


Beeld: Cor Vos © 2021 & Instagram Primoz Roglic

 

Leave a Reply