HET MUSEUM VAN JOOP

Another Brick In The Wall Liggend


Auteur: John Kroon

Het is het jaar van Joop en dat was de afgelopen weken goed te merken. Eindelijk.

Want dat Joop Zoetemelk veertig jaar geleden als tweede Nederlander de Tour de France won, is het memoreren waard.

Er waren mooie plannen gemaakt.

Op 30 maart zou in de Johan Cruijff Arena het boek ‘Joop Zoetemelk Ongezien’ worden gepresenteerd. Jan Janssen ging het eerste exemplaar aan Joop uitreiken. De winnaar van de Tour 68 die de winnaar van 80 zou eren. In het boek zegt Janssen dat Zoetemelk de beste Nederlandse wielrenner aller tijden is en hij legt uit wat het verschil met hemzelf is. ‘Zestien keer de Tour, tegen ik acht. De helft. We winnen allebei één keer, maar Joop was alleen al zes keer tweede. Hij pakt tien Touretappes, ik zeven.’

Zoetemelk: ‘Jan was ook een hele goeie Tourrenner, hoor.’

Maar Janssen kwam niet naar de Arena, en Henk Lubberding, Johan van der Velde, Leo van Vliet en Cees Priem, Zoetemelks Raleigh-ploegmakkers uit 1980, konden de afspraak ook niet nakomen. Het optreden van zanger/gitarist Gerard Alderliefste ging niet door en Mart Smeets die de feestelijke bijeenkomst zou presenteren, kon ook maar beter thuisblijven.

Corona. Die pandemie die ook nu weer bezig is het aantal deelnemers aan allerlei wielerkoersen te decimeren.

Dan maar naar het theater. Voor de voorstelling ‘De Tour van ’80’. Joop verheugde zich erop. ‘Ik vind het een eer en een mooi gekozen moment. Je weet immers nooit of ik de vijftigste herdenking haal,’ zei hij tegen het AD. Henk Lubberding, Johan van der Velde en Leo van Vliet gingen meedoen, Mart Smeets was weer aangezocht als presentator, Bert Wagendorp ging iets voorlezen over Peter Post, de ploegleider van toen, en Erik Corton zou het publiek bijpraten over die Tour van veertig jaar geleden. Een veelbelovende show dus, met ook Wilfried de Jong, JW Roy, Frank Lammers, Blaudzun, enzovoorts. Artiesten met een wielerhart.

Eerste voorstelling op 25 mei in Gouda, laatste op 12 juni in Utrecht.

Maar niet dus. Corona.

Zo dreigde het jaar van Joop vooral een jaar zonder Joop te worden. Maar gelukkig verscheen ‘Joop Zoetemelk Ongezien’ intussen wel. Met uniek fotomateriaal. Joop in het geel, Joop in de kleuren van de regenboog, Joop in van alles en nog wat, leidend en lijdend op de fiets, Joop die een lammetje de fles geeft, Joop die op de kermis schiet, een carnavalsvereniging bezoekt, op water en op sneeuw skiet, tegen Herman Kuiphof voetbalt. Het veelzijdige leven van een toprenner. Vastgelegd op tal van foto’s uit Zoetemelks privé-archief. Vandaar: ongezien. De journalisten Jacob Bergsma, Joop Holthausen en Peter Ouwerkerk, de samenstellers, hebben er anekdotes aan toegevoegd die ze voor een groot deel uit eigen waarneming konden vertellen.

En gelukkig komen theatervoorstellingen er alsnog. Volgend jaar vijf voorstellingen in de periode 25 mei-9 juni. Mits, als niet…

Ook mooi: de tv-omroepen NOS en Max lieten de triomf uit 1980 eerder deze Tourloze maand niet ongemerkt voorbijgaan. Studio Sport door een langdurige terugblik op die voor Nederlanders legendarische Ronde van Frankrijk. En Max met een documentaire van Ariana Greep. ‘Joop! Eindelijk weer kampioen’ liet de kijkers vooral een opgewekte, goedlachse en nog altijd geheel kapsones-vrije Zoetemelk zien. Die alweer een aantal jaren geleden heeft ervaren dat je niet op een racefiets hoeft te stappen om het geluk te vinden. Dankzij zijn tweede echtgenote, Dany Pouille, met wie hij in de buurt van Parijs woont. Zij opende de koffers waarin Joop zijn carrière had bewaard.

Zij maakte er op de zolder van hun huis een museum van. Fietsen, bekers, medailles, de belangrijkste wielertruien. Et cetera. En Joop zelf spreidde op een grasveld tientallen van die tricots uit. Ze markeerden de lange duur van zijn loopbaan. Twintig jaar wielergeschiedenis. Met die truien zo naast elkaar gelegen leek het erop alsof Mondriaan zich met de koers had bemoeid. Joop zei: er ontbreken er nog heel wat.

En ik dacht, bij het zien van al die tastbare herinneringen: waarom lukt het maar niet echt om in Nederland een wielermuseum een definitieve plaats te geven? Nederland is slecht in het exploiteren van sportmusea. Cultuurprobleem wellicht. Zou Rijpwetering iets zijn, het geboortedorp van Joop? Mm. Te klein, zonder auto moeilijk bereikbaar. Leiden dan maar? De stad van wielerclub Swift waar hij met fietsen is begonnen. Er wordt daar een monumentaal complex verbouwd, dat ooit het Legermuseum was. Het moet een ontmoetingscentrum worden.

Of waar in Nederland dan ook. Joop is 74 en we hopen dat hij 94 wordt. Of 104. Maar eens houdt het op. En wat gebeurt er dan met al die bekers, fietsen, medailles, truien? Hoe onthouden we Joop? Gelukkig hebben we de foto’s nog. En ze zijn gezien.


‘Another Brick In The Wall’ is een serie columns van De Muur meesters zelve: Peter Ouwerkerk, Bert Wagendorp, John Kroon en Mart Smeets.


02

Leave a Reply