Het goed-georganiseerde rijden van Ineos-Grenadiers is knap maar tevens niet om aan te zien

Another Brick In The Wall Liggend


Auteur: Mart Smeets

Het is een bewijs uit het ongerijmde: zonder klassenrijke ploeggenoten had de bescheiden ogende Egan Bernal de Giro niet gewonnen.

Corvos 00033170 081 Lr   Het (voor de anderen) wurgende sleepwerk van de heren Jonathan Castroviego en Daniel Martinez deed bij tijden zeer aan je ogen; ik kon er met volle verbazing naar kijken. Die roze trui die rustig in het derde wiel volgde en niet eens één zweetdruppeltje extra produceerde. Hij hoefde zich nergens druk om te maken, zijn bodyguards voor hem vormden zijn schild en hij was zijn eigen getrouwe.

   Ja, er was dat moment van bijna zwakte toen hij ineens geparkeerd leek te staan, maar toch nog tijd genoeg overhield om niet zichtbaar nerveus te worden.

   Het zat in zijn rug, moest ik begrijpen. En het zat in zijn rug omdat zijn ene been 1.7 centimeter langer is dan zijn ander. En omdat er dan verhoudingen in het lijfje van de Columbiaan veranderen, krijgt hij pijn aan de rug en…

   Ik vroeg het me af: als dat oersaaie en o zo voorspelbare op kop rijden van die van Ineos-Grenadiers niet had plaatsgevonden, als Bernal, net zoals alle anderen in de top van het klassement, een ‘lone wolf’ was geweest, als hij dus geen formidabele bescherming had genoten van zijn soul-brothers-in-black: wat dan?

   Het antwoord lijkt simpel, maar het valt niet te bewijzen dat hij dan deze Giro-uitvoering niet gewonnen zou hebben.

   Op die ene middag na toen hij in de vieze regen nog een extra tegenstander vond in zijn eigen kleine inzinking en hij werkelijk even dolende was in de slotklim, legde hij een vrij uitgekookte, niet sensationele en eigenlijk ook wel licht saaie performance voor ons neer.

   Hij volgde altijd, wie er ook op kop reed, en hij brak slechts heel zelden en heel kort.

   Al die anderen: Damiano Caruso, Simon Yates en wie dan ook, zij moesten het alleen opknappen. Ging iemand van hen ooit ostentatief in de slag met iemand van een andere ploeg om Bernal een loer te draaien?

   Neen. Was dat het nieuwe wielrennen?

   Ik las ergens dat de wielerstal van Dave Brailsford zo’n slordige 45 miljoen kost. Onder anderen met die centen kon een zwaar-geschut-selectie naar Italië afgevaardigd worden.

   De organisatie binnen deze ploeg is al jaren gericht op ‘wij’ en als iedereen ‘in zijn taak’ rijdt dan winnen ‘wij’, zo heeft die ietwat enge Sir Dave ons altijd voorgehouden.

   Iedere kopman had in iedere grote ronde wel een schaduw-leider vlak voor zich rijden en zo kon de zwarte brigade, grote ronde na grote ronde bespelen op een manier die alleen mogelijk is als het soortelijk gewicht van al je renners bovengemiddeld is – en dat is dus ontegenzeggelijk een feit bij Ineos.

   Niemand zal dat ontkennen toch?

   Ik viel terug in gepeins na de laatste etappe. Wat wist ik nog van de Tourzege van Wiggins, van de overwinningen van Froome, van de daden van Thomas, van die tamelijke exoot Geoghean Hart, wat bleef er in mijn herinnering aan de winstwedstrijden van Bernal?

   Juist: niet erg veel.

   Van Froome herinner ik me nog altijd zijn hardloopwedstrijd tegen de flanken van de Mont Ventoux op, van Wiggins staan zijn imponerende tochtlatten me in het geheugen gegrifd en de wetenschap dat hij kon zuipen als een tempelier en hoe die Geoghean Hart ooit won, kan ik me nauwelijks nog herinneren. Thomas? Lelijke fietser eigenlijk, een onbreekbare spaanplaat op een dure fiets, onverzettelijk als steenkool uit Wales. Zij allen werden in de flank gedekt door mannen die allen boven hun theewater reden, maar die de boel wel keurig gesloten hielden.

   De meesten van hen kregen er ook wel een super-medaille van The Queen voor en lopen nu als Sir door het leven; de baas van het spel incluis. Telt dat ook? Heeft WA onze Tom Dumoulin na diens Giro-zege ooit flink in de adelstand getild? Ik denk het niet. Misschien zo’n alledaagse speld van goed fatsoen en doorzettingsvermogen die de secretaris van de Duivensportclub ‘Het Veertje’ uit Didam ook kreeg.

   En Bernal in Milan als Don Juan dan?

   Daar waren de kenners ook niet echt van onder de indruk, hoorde ik. Hij zoende zoals hij reed; vrij onopvallend, ietwat terughoudend zelfs.

   Gek, maar waar, de zeges van de renners van Brailsford leverden velen een matig applausje en een formidabel contract voor een jaar later op. De zeges van die ploeg waren keurig berekend en op de tekentafel gelegd en daar is, als je heel eerlijk bent, toch niets op tegen? Of wel?

   Of wil je meer spontane renners in het zwart zien die niet als keurige ambtenaren hun rolletje vervullen om de minister uit de wind te houden?

   Ja, dat dus weer wel. Zelfs een 33-jarige, uitgenaste renner als Caruso, klein-verdiener in alles, maar ineens vol gif en branie, kwam me sympathieker voor dan al dat krachtige, voortreffelijk georganiseerde en uitgevoerde maatwerk van de Britse ploeg.

   En ja, het klinkt gek, maar soms is ‘te goed georganiseerd zijn’ in de sport aanleiding om je daartegen te keren. Wat ik nu in lichte mate heb gedaan. Je mag de renners van Ineos echter niet kwalijk nemen dat zij goed kunnen fietsen.

   Misschien dat een der andere Muur-scribenten over het ongelijk hangen van ploegbudgetten eens de pen oppakt, want daar valt wel iets over te zeggen, nietwaar?


‘Another Brick In The Wall’ is een serie columns van De Muur meesters zelve: Peter Ouwerkerk, Bert Wagendorp, John Kroon en Mart Smeets.

Corvos 00033180 073 Lc


 

Leave a Reply