Herten in de koers


Auteur: Mart Smeets

De Tour van 1992. Pascal Lino reed in het geel en op die dag in juli stond een etappe op het programma die velen nooit zullen vergeten: van St. Gervais naar Sestrière in Italië; een monsterlijke onderneming van 254 kilometer met vijf cols, drie van de eerste categorie en een van buiten categorie. Moord dus.

We, van de NOS, volgden de eerste beklimming net voor de renners uit. We zagen een opmerkelijke kopgroep tot stand komen en Edgard Sorgeloos, onze trouwe chauffeur (zelf oud-coureur) riep nog zoiets als ‘Die-jen Italiaan…die rijdt heel sterk.’

Ik schreef de namen van de koplopers op. Virenque, Kelly, Claveyrolat, Rué… en we reden door. Verder achter ons reden de grote meneren: Indurain, Bugno, Fignon, Hampsten en Breukink, op kleine achterstand.

We moesten ons haasten en begonnen later de klim naar het Italiaanse skioord Sestrière. Radiocontact was schaars, de weg omhoog werd smal met overal picknickende mensen langs de kant.

Op enig moment werd het rustiger, minder publiek, stilte ook, warme zon, bijna geen geluid te horen anders dan de zuigende wielen op het warme asfalt.

Totdat, ineens, terwijl we een korte bocht doorkwamen er… Ja, wat was het, er sprong, zo leek het, iets op de motorkap. Hadden we een mens aangereden? Een kind? Wat was het?

‘Goddoeme,’ vloekte Sorgeloos luid en remde krachtig. Een mooi hert lag letterlijk over de motorkap en gleed er lenig en geschrokken af, rilde, keek om zich heen en maakte een klagend geluid, nam drie sprongen naar rechts, dook lenig onder de vangrail door en verdween uit ons zicht.

Ik stond al buiten de auto en zag het dier een flinke val maken, op een soort talud een meter of tien onder ons, viel het neer. Ik schrok, zo’n val kon dat prachtbeest toch niet overleven!

Maar ineens sprong het op, alsof er niets aan de hand was, schudde even met het hele lichaam en kreupelde een bosje in, uit ons zicht. Stil bleven we even staan, godverdomme.

Het werd de etappe van Claudio Chiappucci, de kleine Italiaan die voor Carrera reed. Hij won na een krankzinnige solo van meer dan 160 kilometer en maakte Italië gek die dag. In een zelden vertoonde solo was hij over die idioot hoge Alpenreuzen gereden, toegejuicht door velen en had God en alleman verbaasd. God waarschijnlijk nog meer dan alleman.

Pas jaren later begrepen wij volgers waar hij de benzine voor die moordende solo had gehaald. Bij leven werd hij, zeker in Italië, voor eeuwig met deze heldendaad vereenzelvigd. Dat er prima chemische ondersteuning aan de pas kwam, vond helemaal niemand in Italië een punt. De paus had immers Chiappucci dat jaar nog gezegend, dus wat was er eigenlijk aan de hand?

Nooit meer heb ik de aanrijding met dat hert vergeten of uit mijn hoofd kunnen krijgen. De knal was niets eens hard, maar het aangezicht van zo’n mooi beest (ik was en blijf van de Bambi-generatie) dat versuft op de motorkap lag en toen geschrokken van de auto afgleed en hulpeloos even rondkeek.

Dat beeld plus die sprong in het diepe en het feit dat het beest op dat talud onder ons ook nog opstond en moeilijk wegliep, heeft me tot een hertenliefhebber der eerste klasse gemaakt.

Ik kan geen beestjesfilms zien waarin die mooie, ranke, snelle dieren verscheurd worden door hyena’s of wilde honden. Mijn hart draait dan en ik heb meteen beelden uit 1992 terug; dat mooie, bruine dier met een open wond op de borst, een wond van de klap op onze wagen, ik draag het nog altijd met me mee.

Vuelta 2024.

Op 15 kilometer van de finish in Cazora raakten drie herten (zonder dat het in beeld was) verstrikt in fietsen die op de daken van de volgwagens stonden, terwijl ze probeerden die wagens te omzeilen. Ploegleiders en personeel die het zagen gebeuren, schrokken zich rot en hadden tijd nodig om bij de komen. De geraakte renners Ciccone en Juarista  konden, geschrokken en wel, hun weg vervolgen.

Gek en waar, ik hoorde het verhaal via de Vlaamse televisie en had een brandend ‘déjà vu’ voor ogen dat die avond niet meer verdween.

Ik zag steeds weer dat mooie beest, kreupelend uit mijn beeld weglopen, een bosschage in. Zelfs als ik deze woorden optik, word ik sentimenteel; dat mooie beest dat in zijn habitat aangereden werd door mensen die zo nodig een wielerwedstrijd moesten volgen en die zijn habitat doorkruisten met een auto.

Inderdaad, het heeft me werkelijk nooit meer los gelaten.

Corvos 00037029 069 Scaled

Foto: Giulio Ciccone (ITA – Lidl – Trek) – Team dsm-firmenich PostNL pictured during 79th La Vuelta Ciclista a Espana (2.UWT) stage 6 from Jerez de la Frontera to Yunquera (185.5km) – 22-08-2024 – Photo: Luis Angel Gomez/SCA/Cor Vos © 2024

Foto header: Claudio Chiappucci pictured during Tour de France 1992 – photo Cor Vos © 2016


Leave a Reply