Auteur: Jeroen Wielaert
In het tachtigste jaar van de bevrijding komen oorlogsgeschiedenissen van Nederlandse renners boven. Ik heb daar het Nationaal Archief niet voor nodig. Er is genoeg bekend over goede en foute coureurs van toen.
Begin januari zette ik iets op Facebook over Mark Zuckerberg, de Metamagnaat die zich tot Donald Trump had bekeerd. Tot mijn verbazing kwam er een reactie uit Los Angeles, van kunstenares Laura Deruyter. Ze schreef: ‘I’m Dutch born and my father was a famous Dutch bicycle racer.’ Haar idee over de VS: ‘The country is nuts.’ Ze stond aan de goede kant. Net als haar vader.
Wim de Ruyter is in 1918 geboren in Maassluis. Hij was de enige Nederlander die in 1950 de Tour de France uitreed. Het was de wederopbouwtijd na de oorlog. Tijdens de bezetting kreeg hij als jonge beroepsrenner enige vrijheid van de Duitsers die erg voor sport waren. De Ruyter fietste op trainingsritten langs Duits militair terrein en gaf bijzonderheden door aan het verzet.
Deze niet-sportieve acties kwamen uit, hij werd gearresteerd. Als gevangene van Kamp Amersfoort kon De Ruyter zich niet inhouden bij een aframmeling van een Jood door kampbeul Joseph Kotälla. ‘Stop!’ riep hij. Spoedig kwam het transport naar concentratiekamp Bergen-Belsen. Vlakbij Nijmegen sprong De Ruyter uit de trein. Hij kon onderduiken bij boeren. Het was iets anders dan afzien in de Tour. In 1956 emigreerde De Ruyter naar Amerika. Hij overleed in 1995 in Los Angeles.
Halverwege de jaren ’90 sprak ik generatiegenoten van De Ruyter. Oral history voor mijn boek Bravo les Hollandais. Ik was benieuwd naar de oorlogsverhalen van de oude Tourhelden. Ze gingen vooral over smokkel. Theofiel Middelkamp, in 1936 de allereerste Nederlandse Touretappe-winnaar, zeulde ladingen kaas en boter over de Nederlands-Belgische grens. Hij verdiende er tien keer zoveel mee als met fietsen. Wim van Est en Wout Wagtmans woonden in Sint Willebrord, een ruig smokkelaarsoord. Wagtmans bracht er kaas naartoe uit de buurt van Breda. Van Est deed het smokkelwerk.
Henk Faanhof en Gerrit Voorting ontkwamen niet aan de Arbeitseinsatz. Faanhof eindigde als lasser en tekendocent in een aluminiumfabriek in Friedrichshafen, overleefde er een hevig bombardement. Voorting werd te werk gesteld bij Krupp aan de Ruhr, dook onder als verlofganger, werd verraden, moest als landarbeider verder werken achter de Atlantikwall bij Cherbourg en eindigde als veldwerker bij Orange. Faanhof en Voorting kenden elkaars oorlogsgeschiedenissen niet. Daar kwamen ze achter door lezing van mijn boek.
Beter werk was er tijdens de oorlog op de Duitse wielerbanen. Het was heel goed verdienen voor Cor Wals, Kees Pellenaars, Arie van Vliet, Jan Derksen en Gerrit Schulte. ‘Geen politiek, alleen fietsen’ was het motto. Wals maakte een andere keuze. Hij ging bij de SS en kwam na de oorlog in een interneringskamp. Aan Frits Barend en Henk van Dorp van Vrij Nederland zei hij in 1979 hoeveel spijt hij had.
Anno 2025 is in Nederland de grootste zorg of er eigenlijk wel genoeg vaderlandse coureurs naar de Tour gaan. Het zijn er haast net zo weinig als toen. Spijtig, het zijn slechte tijden.
Foto: Wijk bij Duurstede – cycling – wielrennen – cyclisme – radsport -archief – archive – Daan de Groot – Wim van Est – Wout Wagtmans – foto Cor Vos ©2007
Foto header: Hoogvliet – wielrennen – cycling – radsport – cyclisme – archive – stock – archief – vlnr: Gerrit Schulte – Wim van Est – Gerrit Voorting – foto Cor Vos ©2011