Auteur: John Kroon
Voor een topwielrenner heeft Fabio Jakobsen nogal een handicap te overwinnen. ‘Ik heb moeite om van A naar B te komen in lastige etappes,’ zei hij maandagavond in De Avondetappe. Een vaststelling die in dramatisch opzicht hooguit wordt overtroffen door het veelgehoorde ‘ik heb de benen niet’.
Van A naar B gaan, via een omweg, het is de essentie van het wielrennen. Helaas moet Jakobsen zeker in bergetappes afwachten of hij B haalt, en dan ook nog op tijd. Ook gravelkoersen lijken hem niet te liggen. In de Touretappe van afgelopen zondag eindigde hij als voorlaatste, in een groepje dat op ruim 27 minuten van de winnaar finishte. Bij een eerdere ontboezeming zei Jakobsen al eens: ‘Ik ben meer sprinter dan renner.’
Een ander zou bij zoveel geëtaleerde zelfkennis de moed hebben opgegeven en de fiets in zijn schuurtje opbergen, maar gelukkig zit Fabio zo niet in elkaar, ook al werd hij dinsdag slechtste 130ste. Noch zijn gevoel voor humor, noch zijn hoop dat het eens weer beter zal gaan, laat hem hopelijk in de steek. Bovendien: wie twee keer in een massaprint bij de eerste tien eindigt, zoals Jakobsen tot nu toe in deze Tour, is het sprinten niet verleerd. Het punt is wel: hij moet op zoek naar zijn turbo, zoals hij zelf vertelde. De jump in de laatste meters.
Maar is dat het enige probleem? De overgang dit jaar van Soudal-Quickstep naar dsm-firmenich-Post NL speelt hem ook parten. Terwijl dat op voorhand een gelukkige keuze leek. Het verleden van die ploeg – ooit Skil-Shimano, ooit Argos-Shimano, ooit Sunweb – duidt erop dat sprinten, sprinttreinen, lead-outs tot haar DNA behoort.
Dat was vorige maand nog eens goed te zien toen de documentaire Nieuwe Helden in Rotterdam opnieuw werd vertoond, tien jaar nadat deze film van Dirk Jan Roeleven uitkwam. Tom Veelers, Roy Curvers, Tom Dumoulin, John Degenkolb en anderen vormden een sprinttrein die als de beste ter wereld werd beschouwd. Het resultaat: vier etappezeges voor Marcel Kittel in de Tour van 2013.
Degenkolb is nog altijd als renner aan dat team verbonden, evenals ploegleider Rudi Kemna en net als Roy Curvers en Albert Timmer, die nu geen renners meer zijn maar coach.
Maar hoe zit het dan met de sprinttrein van dsm-firmenich-PostNL? Die wagons vormen nog lang niet de soepele machine die Argos-Shimano destijds was. Dat is ook geen wonder, zo bleek uit de woorden die Roy Curvers laatst in De Muur uitsprak. Want er gingen jaren van voorbereiding aan vooraf. Dat ‘de neuzen dezelfde kant op’ moesten, zoals Curvers stelde, zal niet verrassend zijn – zie het omgekeerde voor je – maar er is meer. Je hebt krachtpatsers en duurvermogen nodig in zo’n sprinttrein. En meer.
Curvers: ‘De persoonlijkheden moeten kloppen, aanvullend qua karakter en intelligentie.’ Als ploegleider is Curvers ‘een nieuwe sprinttrein aan het bouwen’. Dat is dus werk in uitvoering. Daar mag Jakobsen hoop uit putten – misschien is dit een overgangsjaar voor hem.
Het is dit jaar is niet goed gegaan met Fabio, hij won maar één koers, een etappe in de Ronde van Turkije. Maar als die sprinttrein straks echt stevig op de rails staat – wie weet. Moet hij nog wel even die turbo terugvinden. Waar heeft hij dat ding gelaten?
Foto: Jakobsen Fabio (NED / Team dsm-firmenich-PostNL) pictured during 111th Tour de France 2024 – stage 3 from Piacenza to Torino (230.8km) on 01-07-2024 Photo: Szymon Gruchalski/Cor Vos © 2024
Foto header: Jakobsen Fabio (NED / Team dsm-firmenich-PostNL) pictured during 111th Tour de France 2024 – stage 2 from Cesenatico to Bologna (199.2km) on 30-06-2024 Photo: Jan de Meuleneir/PN/Cor Vos © 2024