EEN TOUR VAN DENEMARKEN VOLGENS NEDERLANDS PLAN

Auteur: Jeroen Wielaert

Corvos 00034526 264

Photo: Luca Bettini/Sca/Cor Vos © 2022


De Tour de France 2022 gaat de geschiedenis in als de grenzeloze Ronde van Denemarken, met een magnifiek openingsweekend op Deense bodem, van Kopenhagen naar Roskilde, Nyborg, Vejle en Sonderborg, tot jubel om een Deense winnaar in Parijs. Volgend jaar start de Tour in Bilbao. Het is niet te verwachten dat er een Spaanse winnaar opstapt. Nederland heeft al zes keer de Tourstart mogen beleven, zonder in de Franse hoofdstad feest te kunnen vieren om een laaglandse laureaat.

De triomf van Jonas Vingegaard is in historisch perspectief het grootste succes van een Nederlandse ploeg sinds de Tourzege van Joop Zoetemelk in 1980, na een Grand Départ in Frankfurt, zonder noemenswaardige Duitse concurrentie. Het was de culminatie van de topjaren van TI Raleigh, toen Peter Post een hele reeks Nederlandse vedetten kon opstellen. Dat was anno nu onmogelijk voor Richard Plugge en Merijn Zeeman van Jumbo-Visma. Ook zij hebben ooit gehoopt op Tom Dumoulin, maar chauvinisme is geen goede basis voor een beleidsplan, gericht op de Tourzege.

In plaats van de Nederlandse driekleur domineerde op de Champs Elysées het Deense rood met het witte kruis. Allicht wapperden Belgen met hun zwart geel rood voor hun groene Wout van Aert. Nog nooit was bij een Nederlands succes zo weinig Oranjevertoon te zien. Het beviel me goed.

Bij Radio Monte Carlo hadden ze het al dagen over het uitblijven van Franse triomfen. Ze memoreerden het rampjaar 1999, zonder Franse etappezege in de Tour. Ze spraken over de afwezigheid van Julian Alaphilippe, elk jaar goed voor ritwinst. Ze noemden hem ‘de boom die het bos verbergt’, als kenschets voor de situatie in het Franse cyclisme. Dat ging vrijdagmiddag zo door, onder uitvoerige speculaties over welke sprinter er in Cahors ging winnen. Toen was Christophe Laporte uit La Seyne-sur-Mer aan de Méditerranée iedereen te slim af. Hij reed natuurlijk in Nederlandse dienst, bij Jumbo-Visma.

Fabio Jacobsen en Dylan Groenewegen maakten de Tour al direct goed voor Nederland met opeenvolgende ritzeges in Denemarken. Noem het bomen zonder bos. Als de Tour de France in 2027, of 2028 van start gaat in Rotterdam en Den Haag is er vermoedelijk geen Nederlandse favoriet voor de Tourzege, anders dan in Utrecht 2015, met Dumoulin nog als hoop van het laagland. Dergelijk talent is schaars en wint liever de Giro d’ Italia.

Het is wel passend ook. Een Nederlandse Tourzege hoort een miraculeuze zeldzaamheid te zijn, net als een Deense. Het is verwonderlijk dat er sinds Bernard Hinault in 1985 geen Fransman meer heeft gewonnen, terwijl ze tussen de buitenlandse starts door toch heel regelmatig in Frankrijk vertrekken. Nu moeten ze in het thuisland tevreden zijn met twee renners in de top tien: David Gaudu (4e) en Romain Bardet (7e). De beste Nederlander is Bauke Mollema (25-ste). Drie opeenvolgende Sloveense overwinningen waren te veel, hoewel Tadej Pogacars kansen hoog werden ingeschat. In 2023 vertrekt Jonas Vingegaard in Bilbao voor een prolongatie. Miraculeuzer kan het voor het kleine wielerland Denemarken niet zijn.

De Tour van 2022 is het verhaal van een revolte, beraamd in Nederlandse kring. Een vasthoudend plan, met ongeloof aanschouwd door Marcel van Roosmalen, ongewenst personage bij de komende start van de Vuelta in Utrecht. Nederlandse en Franse renners fungeerden niet als identificatiemodellen van heroïek. De pure liefhebbers kregen fantastische wendingen te zien, veroorzaakt door die ene Belg en die ene Deen, iconen van een historische ronde die elke verbeelding voorbij schoot.

In het Village Départ in Duinkerken kreeg ik een blikje in handen van een acteur die elke dag gekostumeerd rondliep als Henri IV, de in 1553 in Pau geboren Koning van Frankrijk. Volgens het etiket bevatte het de lucht van de Béarn, de Pyreneeïsche regio, of te wel de Air de Vacances. Ik moest er aan denken toen de triomfen van Jumbo-Visma in een kwade reuk werden gebracht. Natuurlijk blies Wout van Aert van zich af. Zelf kon ik alleen maar verzuchten dat er altijd dopingwalm zal opstijgen, als eerlijke zweetlucht niet genoeg is voor de achterdocht. Het kon me niet afbrengen van de gedachte dat deze Tour een verademing was.

Graag sluit ik af met Remco Camperts slotregels van zijn gedicht Tour de France, hoe hij ernaar keek met een attribuut van zijn oudtante zaliger Lucie.

Vooral bij een afdaling in de Alpen

raad ik iedereen aan om de Tour

met een toneelkijker te volgen, liefst

een geërfde

je ziet zoveel meer


De Tourcolumn door Bert Wagendorp, John Kroon en Jeroen Wielaert.

Corvos 00034526 258

Photo: Luca Bettini/Sca/Cor Vos © 2022

Img 9211


Leave a Reply