Een Rover op het Kopje van Bloemendaal

Corvos 00032288 038

Giavera Del Montello – World Championships Cycling Road Men 1985 In Giavera Del Montello, Italy – Photo Cor Vos © 2020


Auteur: Mart Smeets

Op de zondag na de dodelijke valpartij in Zwitserland was ik op het Kopje van Bloemendaal. Ik moest er iets doen voor een podcast en wie ben ik om dan niet naar een van de meest eerbiedwaardige beklimmingen en afdalingen te trekken die de provincie Noord-Holland rijk is?

   Eerlijk? Ja, veertig jaar gelden reed ik daar ook wel eens, want dat was toen mode. Met vrienden, met maten uit het café en dan nam je Het Kopje van noordelijke en zuidelijke kant en dan kwam je tot de conclusie dat het op sommige momenten toch best even strak in de kuiten voelde en dan reden we naar een etablissement en verhaalden elkaar over de amoureuze avonturen van Jacques Anquetil, over het ‘beest’ Rudi Altig of die ene keer dat Jan Raas in de bolletjestrui een etappe in La Grande Boucle reed. Dat was in 1982.

   Ja, wat u net las, is waar: Raas reed ooit een dag in de bolletjestrui. Niet omdat hij de beste klimmer was, zeer zeker niet, hij kon het woord bergetappe niet eens goed spellen, maar hij was wel de slimste van die dag. Het gebeurde in Basel, Zwitserland, en er lag een kluchtje in het proloogparkoers. Raas had een leuke grap-met-serieuze inhoud in gedachten en voerde die ook uit: hij reed als een razende de kleine bult op, scoorde daar de snelste tijd en peddelde voor de rest de kilometertjes rustig onder zich vandaan. De afstand bedroeg die dag 7 kilometer en winnaar werd Bernard Hinault. Raas werd 59e en verloor 46 seconden op Le Blaireau.

   Dat soort verhalen maakt wielrennen weleens tot een aangenaam tijdverdrijf. Helden- en schelmenretoriek op dunne bandjes en dure fietsen.

   Omdat ieder zich respecterende Nederlandse staatsburger tegenwoordig een podcast bestiert, kon ik niet achterblijven. We, de vrouw en de mannen die voor Radio 1 dit jaar de radiogolven van de Tour zullen berijden, kwamen dus samen in de buurt van Bloemendaal. Daar, tussen de hockeyvelden in, tussen ritsen SUV’s en nog sneller racetuig door, wriemelden zich, zo zag ik, honderden landgenoten over de col Het Kopje. Allemaal Richard Virenque’s in spé, hoewel ik eigenlijk niemand van al die brave Nederlandse vrouwen en mannen die daar aan het werk waren, ook maar één procent van Virenque’s karakter wil toewensen.

   Velen stonden toch wel even op de trappers, soms hoorde je een rochel, een lichte vloek en gesnuif. Al deze brave borsten deden iets wat goed was voor het lijf.

   Niets mis mee overigens, want zolang men Bloemendaal niet geheel van de werkelijke wereld afsluit (dat televisie-stukje gezien van die Bloemendaalse raadzaal met zo’n eikelige inwoner van dat kuuroord?) en mensen op hun vrije dag nog lekker in de weidse natuur hun best willen doen, is het leven nog de moeite waard. Ook als er vreemdelingen komen wonen; ruimte zat overigens.

   In het gezelschap dat een rondje van zo’n veertig kilometer reed die zondag, alvorens de eerste opnames van de podcast zouden worden opgenomen (en we ook, schrik niet, een Petje Op Petje Af hadden gespeeld), bevond zich ook een klein mannetje in een heus Jumbo wielershirt en rijdend op een klein fietsje, geëscorteerd door zijn rustige, aardige vader.

   Dat jong had mij twee weken eerder bij de bakker in Haarlem aangesproken. Hij wist wat ik gedaan had en nog deed, hij kende van afbeeldingen mijn werk- annex muziek- annex boekenkamer en vroeg of hij eens langs mocht komen. Ik beloofde hem dat ik een week later, om dezelfde tijd zo ongeveer, hem weer bij de bakker zou treffen en dat ik dan wat boeken voor hem meenemen.

   Zijn moeder stond op kleine afstand haar kind en mij te beschouwen en knikte me toe: ‘Wat aardig van u.’

   Vier dagen later ging, om even voor vijven de huisbel. Mijn eega ging opendoen en ik hoorde stemmen. De kleine man van de bakker, weer met zijn moeder, stonden al in de hal en mijn eega vroeg me of ik zo goed wilde zijn om met het joch, dat Rover heette en dat niet wachten kon, langs de wielerboeken te gaan lopen.

   Zijn moeder keek me excuserend aan: een week wachten was hem te lang geweest. Of ik het alsjeblieft niet als erg dwingend van hun kant wilde vinden, maar Rover wilde zo graag.

   Met een aantal boeken ging hij huiswaarts en zei iets dat hij op zondag de 18e ook naar de podcast-uitzending in de buurt van Het Kopje zou komen, hetgeen ik als een fait accompli ervoer. Ik had kunnen weten dat bij de twintig door Radio 1 uitgenodigde meerijder ook Rover en zijn vader behoorden.

   Bij de eerste beklimming van de noordkant van de ‘berg’ reed ik in een speciaal voor deze gelegenheid gehuurde oud-ploegleiderswagen van Panasonic (de geur van de after shave van Peter Post hing nog in de wagen) achter het peloton en dus ook achter Rover aan die behendig doortrapte met de grote mannen en de ene vrouw in het gezelschap.

   Twee uur later zag ik het trotse koppie van Rover weer. Hij was tussen de wielen gebleven vertelde hij, hij had het soms wel even moeilijk gehad, maar aan de zijde van zijn vader was hij steeds weer terug gekomen.

   Tien jaar oud, beleefd, welopgevoed, aardig, geïnteresseerd in alles dat met fietsen te maken had: een aanstaande nieuwe ideale schoonzoon voor het peloton.

   Ik had nog een boek meegenomen dat hij nog niet had en blij bedankte hij me. Wat een heerlijk jong en wat maakte hij deze diep duistere dagen van de wielersport weer levendig en stralend.

Mocht over twaalf jaar ene Rover de stenen uit iedere straat rijden en winnend zijn leukste glimlach aan iedereen vertonen, weet dan dat er nog hoop is.

   Hoop niet alleen op een betere wereld, maar ook de wetenschap dat een jong manneke ooit vol durf met dik twintig volwassenen ging fietsen en niet afgaf. Rover was zijn naam.

   Er is dus nog hoop.


‘Another Brick In The Wall’ is een serie columns van De Muur meesters zelve: Peter Ouwerkerk, Bert Wagendorp, John Kroon en Mart Smeets.

Corvos 00033776 047

Jacques Anquetil – Photo Gerd Ramme/Cor Vos © 2021

 

Corvos 00033825 060

Richard Virenque (Team Festina) – Marco Della Vedova (Team Brescialat) – Photo Gerd Ramme/Cor Vos © 2021

 

 

 

Leave a Reply