DE ZOMER VAN ’68

~ Vintage ~

JAN WAUTERS JONGEN, GECONDOLEERD

Auteur: Bert Wagendorp

Vijftig jaar geleden won Jan Janssen als eerste Nederlander de Tour de France. In dit weblog worden deze julimaand de artikelen herhaald die tien jaar geleden in De Muur herinnerden aan die zo opwindende zomer. Dit is deel 7,  met de stemmen van Theo Koomen en Jan Wauters, de tranen van Janssen en de bloemetjes van Karin.


Op zondag 21 juli 1968 wordt in de Tour de France de beslissende tijdrit gereden tussen Melun en Parijs, over 55,2 kilometer. De gele trui is in het bezit van de Belg Herman Van Springel (*1). Hij heeft een voorsprong van twaalf seconden op de Spanjaard Gregorio San Miguel Angulo (*2) en van zestien seconden op Jan Janssen (*3).


Noten:
(*1) Herman Van Springel (Ranst, 14 augustus 1943) reed in 1968 zijn derde Tour de France. In zijn debuut-Tour, die van 1966, was hij al als zesde geëindigd. Van Springel was een oersterke renner, die bijvoorbeeld zeven keer de monsterklassieker Bordeaux-Parijs won. In 1973 won hij de groene trui in de Tour. Van Springel was een tempobeul, volgens zijn biograaf Robert Janssens, in het boek Herman Vanspringel; de winnende verliezer, kon geen andere renner zo lang zo hard rijden als Van Springel. Van Springel is ereburger van Kalmthout én Grobbendonk. Vans Springel reed in 1968 voor Dr. Mann-poeders.
(*2) Gregorio San Miguel Vangulo (Valmaseda, 2 december 1940) had een korte profloopbaan, van 1965 tot en met 1971. Hij reed voor de formatie KAS.
(*3) In het algemeen klassement voor de beslissende tijdrit stonden acht renners op minder dan tweeënhalve minuut van leider Van Springel. In de voorbeschouwingen achtten de kenners Van Springel en Bracke, de laatste vanwege diens uitzonderlijke tijdritkwaliteiten, licht favoriet. De stand voor aanvang van de tijdrit: 1. Herman Van Springel. 132.29,17; 2. Gregorio San Miguel, op 0,12; 3. Jan Janssen, 0,16; 4. Franco Bitossi, 0,58; 5. Andres Gandarias, 1,15; 6. Lucien Aimar, 1,38; 7. Ferdi Bracke, l,56; 8. Rolf Wolfshohl, 2,12; 9. Roger Pingeon, 2,28.

Om vijf over vier is op Nederland 1 via Eurovisie de rechtstreekse televisiereportage begonnen, met commentaar van Fred Racké – het is het eerste jaar dat de Ronde van Frankrijk in Nederland live op tv is. Op de radio, in het programma Langs de Lijn, doen de Nederlander Theo Koomen (*4) en de Vlaming Jan Wauters (*5) gezamenlijk verslag. Net als in 1967 werken de Nederlandse en Belgische radio samen.

De transcriptie van de laatste twaalf minuten van het verslag van Koomen en Wauters begint op het moment dat Jan Janssen de finish bereikt.

Theo Koomen: ‘Het applaus en het gejuich is opgeklonken voor Jan Janssen die nu, nog voor Bitossi, die hij tweeënhalve minuut eerder heeft zien vertrekken, op de piste is verschenen. Hij moet nog honderd meter rijden en de tijd staat op dit ogenblik op 1.19,57. Het gaat hoe dan ook de snelste tijd tot nog toe worden, maar of het inderdaad de snelste tijd van de dag is, en zestien seconden sneller dan Van Springel, moet uiteraard worden afgewacht. Nog vijftig meter! Dertig, twintig, Jan over de finish, in één minuut twintig en negen tweetiende seconde, dat zijn de 55 en nog tweehonderd… 55 kilometer en tweehonderd meter van Jan Janssen (*6) en nu is het wachten op Herman Van Springel, die vijf minuten later dan de Nederlander is gestart. Herman Van Springel in de gele trui, die nu elk ogenblik kan binnenkomen, en wij gaan dus voor u klokken hoe laat hij hier op de piste verschijnt, en voor deze apotheose, voor deze grandioze finale, geef ik graag het woord aan Jan Wauters.’


(*4) Theo Koomen (Wervershoof, 20 mei 1929) was 39 jaar. Hij had al een aantal Rondes van Frankrijk verslagen, aanvankelijk voor de Volkskrant, later voor de radio. Koomen had het toppunt van zijn roem nog niet bereikt en ook nog niet de top van zijn kunnen. Hij beschikt nog niet over de verbale en fantasierijke souplesse van later jaren, waarin hij achterop de motor in de Tour eigenhandig het journalistieke entertainment uitvindt: feiten waren ondergeschikt aan het amusementsgehalte. Daarmee wordt Koomen minstens even populair als de renners. De finishreportage van de Tour van 1968 is een van de mijlpalen in zijn loopbaan en een van de uitzendingen waarmee hij doorbreekt naar het grote publiek. De reportage wordt door CNR op single gezet en wordt een bescheiden hitje. Koomen kwam op 5 april 1984 bij Schermerhorn om het leven bij een auto-ongeluk.
(*5) Jan Wauters (1939) was tien jaar jonger dan Koomen, maar hij had niettemin in Vlaanderen vanaf 1965 al een reputatie opgebouwd als een bijzonder sportverslaggever met een uitzonderlijk taalgevoel. Die faam zou in de jaren erna alleen maar groter worden. Wauters versloeg gedurende een radioloopbaan van 35 jaar uiteindelijk 25 maal de Tour de France en gold daarnaast als een begenadigd voetbalcommentator. Jan Wauters was jarenlang het hart en de ziel van de Vlaamse sportradio. Hij woont sinds zijn pensionering in 2000 zes maanden per jaar in Zuid-Afrika.

Jan Wauters: ‘Even dan een beetje afzwakken, na deze enthousiaste begroeting van Jan Janssen, dames en heren, voor een paar mindere tijden van jongens die uitgeschakeld zijn voor de overwinning. En dat is dan voorlopig Aimar (*7) met één uur, 5 minuten en 31 seconden. Gandarias (*8), nog wat minder, één uur, 24 minuten en 15 seconden. En wij wachten ondertussen nog altijd op Bitossi (*9), de man die vanmorgen voorgoed het rood (*10) heeft veiliggesteld, maar blijkbaar in deze namiddagtijdrit niet tot een beste prestatie komt.


(*6) Hier maakt Theo Koomen er een potje van. De eindtijd van Jan Janssen was 1.20,9,7: één uur, twintig minuten, negen seconden zeventiende. Van Springel was vijf minuten na Janssen gestart, tweeënhalve minuut na de nummer twee in het klassement, San Miguel.
(*7) Lucien Aimar (Hyères, 28 april 1941) was de Tourwinnaar van 1966. Die Tour, zijn tweede, startte hij als knecht van Anquetil. Maar· toen die kansloos was geworden voor de eindzege, ging Aimar in de op papier niet heel zware etappe naar Turijn in de afdaling van de Col de Braida verrassend in de aanval, reed Jan Janssen uit het geel en behield de leiding tot in Parijs.
(*8) Andrès Gandarias Albizu (Ibarruri, 24 april 1943) debuteerde in de Tour van 1968. Hij eindigde als negende. In 1969 werd hij vijfde.
(*9) Franco Bitossi (Camaioni di Carmignano, l september 1940) was een zeer veelzijdige coureur. Hij had een lange profcarrière (1961-1978), waarin hij onder meer twintig Giro-etappes won. Hij won het puntenklassement in de Tour van 1968, maar werd ook tweede in het bergklassement. Zijn bijnaam luidde L’uomo con cuore matto, een verwijzing naar de hartkloppingen die hem soms dwongen even te stoppen. Op de website bikeraceinfo.com verscheen een interview met Bitossi van de Italiaanse journaliste Valeria Paoletti, waarin onder meer de laatste tijdrit in de Tour van 1968 aan de orde kwam.
– Bereidde u zich speciaal voor op de tijdrit?
‘Nee, ik was aan het eind moe, ik had geen benen meer.’
– Jan Janssen reed de tijdrit van zijn leven en boekte de eindzege. Wat zag u?
‘Altijd wanneer ik een rijd rit reed, startte de beste rijder direct na mij. Dat jaar startte Janssen direct na mij. Toen hij me passeerde ging hij zo hard, dat ik dacht dat het Merckx was. Hij vloog!’
– Na de laatste tijdrit van de Tour van 1968 beweerde Herman Van Springel dat Jan Janssen de dopingcontroles had kunnen vermijden. Er heeft tientallen jaren lang een gerucht de ronde gedaan in de wielerpers dat Tourbaas Lévitan wilde dat de blonde, knappe en Franssprekende Janssen de Tour zou winnen en dat hij Janssen had verteld dat hij na de tijdrit geen dopingtest zou hoeven ondergaan.’
‘Ik herinner me dat. Misschien was het omdat Janssen voor een Frans team reed. Maar goed, hoe moeten we weten of dit waar is?’

Deze Italiaan, Bitossi, is nog altijd niet op de bijzondere wielerbaan van La Cipale (*11) gekomen… . Daar is ie dan, in zijn witte rode trui (*12), als puntenleider, maar die gaat nog eens even recht uit het zadel staan, en Bitossi heeft voorlopig een tijd van… dat kan ik niet precies nagaan, want Jan Janssen stond nog altijd op het bord, van één uur, 23 minuten, 55 seconden, 56, 57, 58… en Bitossi rijdt maar door, nu in zijn laatste halve ronde, terwijl wij nog even kijken naar andere prestaties, die wij binnen hebben, onder meer van Pintens (*13), dat was een goeie tijd, van één uur, 23 minuten en negen seconden, en Houbrechts (*14), één uur, 29 minuten rond, precies zoals Vandenberghe (*15) één uur, 29 minuten rond. De Nederlandse renners wil ik ook nog even voor u herhalen, één uur, 28 minuten, 54 seconden (*16), Dolman, één uur, 40 minuten, 15 seconden (*17) en dan Den Hartog, één uur, 22 minuten, 23 seconden (*18), dat is nog altijd een tijd, ongeveer de vijfde beste geloof ik, na Janssen met één uur, 20 minuten en 9 seconden.

Een ronduit fantastische tijd als je bedenkt dat het parcours zeer zwaar was, dat voortdurend moest worden afgeremd, ik zei het al, dat de renners zich honderden keren geloof ik weer op gang hebben moeten trekken, dat zij vaak misleid werden door minder goed verzorgde aanwijzingen, door borden die slecht geplaatst waren, dat er soms van die vluchtheuveltjes in het midden van de weg lagen, waar ze dan omheen moesten, en Jan Janssen die heeft ondanks dat alles, ondanks die hindernissen, een prachttijd van 1 uur, 20 minuten en 9 seconden gereden.


(*10) In 1968 droeg de leider van het puntenklassement op verzoek van de sponsor van dat klassement een rode trui in plaats van, zoals sinds 1953 en ook weer vanaf 1969 de gewoonte was, een groene. De ochtend voor de beslissende tijdrit was nog een korte etappe verreden, van Auxerre naar Melun, over 136 kilometer. De Fransman Izier won, maar met zijn vijfde plaats had Bitossi zich verzekerd van de eindzege in het puntenklassement, voor Walter Godefroot en Jan Janssen.
(*11) Wauters gebruikt hier een in Nederland vrij onbekende naam voor de piste in het Bois de Vincennes, La Cipale. Het velodroom in Vincennes was in 1894 geopend en in 1900 vond de openingsceremonie van de Olympische Spelen er plaats. Tijdens de Spelen van 1924 werden de baanwedstrijden en het voetbal gehouden in La Cipale, dat tegenwoordig officieel Vélodrome Jacques Anquetil – La Cipale heet. De Tour kwam na jarenlang te zijn gearriveerd in het Parc des Princes in l968 voor het eerst aan in het Bois de Vincennes, en dat zou tot en met 1974 zo blijven. Daarna was de finish op de Champs Elysées.
(*12) De rode trui had een rood front met witte mouwen en was op de rug wit.
(*13) Georges Pintens (Antwerpen, 15 oktober 1946) debuteerde in de Tour van 1968 en werd uiteindelijk twaalfde. Hij won later de Amstel Gold Race (1970) en Luik-Bastenaken-Luik (1974). Hij behoorde tot de generatie die zwaar werd gedomineerd door Eddy Merckx.
(*14) Tony Houbrechts (Tongeren, 6 september 1943), prof van 1966-1979. Werd in zijn debuut-Tour 16de en boekte in 1970 zijn beste prestatie door als achtste te eindigen.
(*15) Georges Vandenberghe (Oostrozebeke, 28 december 1941 Brugge – 23 september l983), prof 1966-1972. Won in 1966 een Touretappe.
(*16) Wauters noemt hier wel de tijd, maar niet de naam van Eddy Beugels (Sittard, 19 maart 1944). Die was in 1968 tweedejaarsprof in de ploeg van Mercier. Zijn loopbaan ah beroepsrenner duurde maar vier seizoenen, tot en met 1970. Daarna werd Beugels advocaat en spande hij zich onder meer in voor de vakbond van beroepsrenners.
(*17) Evert Dolman (Rotterdam, 22 februari 1946 – Dordrecht, 12 mei 1993) reed in 1968 voor de Smith’s-ploeg en was bezig met zijn tweede profjaar. Hij was een zeer veelbelovende renner, die in 1964 deel uitmaakte van de tijdritploeg die goud won bij de Spelen van Tokio en die in 1966 wereldkampioen werd bij de amateurs. Hij was vlak voor de Tour van 1968 Nederlands kampioen bij de profs geworden. Zijn grootste overwinning boekte hij in 1971, toen hij de Ronde van Vlaanderen won. Dolman overleed op 47-jarige leeftijd, geestelijk volkomen afgetakeld. Zijn problemen zouden zijn veroorzaakt door dopinggebruik.
(*18) De tijd van Arie den Hartog (Zuidland, 23 april 1941) was l.22.33,7, en hij werd daarmee verrassend zesde. Den Hartog was een renner die minstens zoveel klasse had als Janssen, maar die niet over diens mentaliteit beschikte. In 1965 won hij Milaan-Sanremo en twee jaar later de Amstel Gold Race. In de Tour van 1968 eindigde hij als 26ste,

Dan hebben wij als tweede beste tijd voorlopig Pingeon (*19), met één uur, 21 minuten, 26 seconden, dan Ferdinand Bracke (*20), met één uur, 21 minuten, 32 seconden. Dat is dan toch maar één minuut, 23 seconden langzamer dan Jan Janssen, stel u even voor, de specialist Ferdinand Bracke die zomaar één minuut en 23 seconden meer nodig heeft over de 55 kilometer dan Jan Janssen, de complete atleet, misschien niet de specialist, maar de allroundman, degene die nu al jaren wacht op een overwinning in de Ronde van Frankrijk. En ik zeg: wacht, dat is eigenlijk verkeerdelijk uitgedrukt, want Jan Janssen die heeft ervoor gewerkt, die heeft ervoor gevochten, die heeft ervoor gestreden met al zijn intellect, zijn overgave, zijn atletische klasse, en die heeft nog één rivaal, op dit moment, de brave, supersterke, Herman Van Springel, die onderweg is naar de wielerbaan, terwijl op dit moment de cijfers van San Miguel op het bord springen, en dat is dan voorlopig al één uur 21, dat betekent dat hij nu al, terwijl hij nog niet op de piste is, een tijd heeft die langzamer is dan Jan Janssen. San Miguel moet dan zijn tweede plaats kwijtspelen aan Ferdinand Bracke, ook wellicht aan een paar andere mensen. San Miguel zal zo ergens tussen vijf en zes vallen, geloof ik (*21). San Miguel nog niet op de wielerbaan, en één uur, 21 minuten en 18 seconden. Theo, durf je al een voorlopige vorm van conclusie aangeven?’

Theo Koomen: ‘Jan, we zijn inmiddels, dacht ik, drie minuten ver… haha … voortgeschreden, in het verleden verdwenen, ik weet allemaal niet wat ik zeggen moet, toen Jan Janssen dus op de piste is verschenen. Hij is op dit ogenblik omzwermd door journalisten en tv-reporters, die hem toch nog voor de camera hebben weten te krijgen, want iedereen is eigenlijk afgesloten van die wielrenners hier, in Vincennes. Ze worden allemaal van het parcours afgeleid, zonder dat we in staat zijn ze te interviewen, en dat is erg jammer geweest vandaag, wat wel iets ontneemt aan de luister van zo’n finale.

Jan is bijzonder vermoeid, dat moet ik u wel zeggen, de tranen die druipen nog steeds van zijn wangen af, hij is verschrikkelijk bezweet, maar zijn haren zijn alweer ordelijk gekamd, zo hoort het, voor een groot kampioen, netjes tevoorschijn komen voor de camera’s en toch alweer je woordje klaar hebben na een verschrikkelijk inspannende race. Want ik kan me zo voorstellen dat dit het ergste is geweest voor Jan Janssen wat hij de afgelopen dagen en weken heeft gedaan.

Trouwens ook voor Herman Van Springel, die zo bijzonder sterk gestart is in deze race, en na veertig kilometer, na 27 en halve kilometer, vijf seconden voorsprong had op Jan Janssen, en na veertig kilometer deze voorsprong had zien teloorgaan in zeventien seconden achterstand. Dat was geen zeventien seconden achterstand, dat was elf seconden achterstand. Hè? Ja. Jan Wauters knikt, dat waren elf seconden achterstand.


(*19) Roger Pingeon (Hauteville, 28 augustus 1940) had de Tour de France van 1967 gewonnen. In 1969 won hij de Vuelta en in datzelfde jaar eindigde hij achter Merckx als tweede in de Tour.
(*20) Ferdi Bracke (Hamme, 25 mei 1939) was prof tussen 1962 en 1978. Hij won in 1971 de Vuelta.
(*21) Einduitslag Tour de France 1968: l. Jan Janssen (Ned), 133.49,42; 2. Herman Van Springel (Bel), op 0.38; 3. Ferdinand Bracke (Bel), 3.03; 4. Gregorio San Miguel (Spa), 3.17; 5. Roger Pingeon (Fra), 3.29; 6. Rolf Wolfshohl (Dui), 3.46; 7. Lucien Aimar (Fra), 4.44; 8. Franco Bitossi (lta), 4.59; 9. Andres Gandarias (Spa), 5.05; 10. Ugo Colombo (Ita), 7.55; 11. Antonio Gomez del Mora! (Spa), 8.11; 12. Georges Pintens (Bel), 10.26; 13. Aurelio Gonzalez (Spa), 10.42; 14. André Poppe (Bel), 12.31; 15. Silvano Schiavon (Ita), 14.09; 16. Antoon Houbrechts {Bel), 17.23; 17. Charly Grosskost (Fra), 17.26; 18. Georges Vandenberghe (Bel), 18.02; 19. Flaviano Vicentini (Ita), 18.19; 20. Walter Godefroot (Bel), 18.28; 21. Jean Dumont (Fra), 20.08; 22. André Bayssière (Fra), 21.30; 23. Vicente Lopez-Carril (Spa), 21.38; 24. Adriano Passuello (lta), 22.01; 25. Carlo Chiappano (Ita), 23.42; 26. Arie Den Hartog (Ned), 29.34; 27. Bernard Guyot (Fra), 30.49; 28. Michael Wright (GB). 38.53; 29. Carlos Echevarria (Spa), 39.27; 30. Julîo Jimenez (Spa), 39.56; 31. Jean-Pierre Ducasse (Fra), 39.58; 32. Jozef Huysmans (Bel), 42.28; 33. Barry Hoban (GB), 43.28; 34. Frans Brands (Bel), 43.29; 35. Karl Brand (Zwi), 47.56; 36. Dieter Puschel (Dui), 48.48; 37. Michel Grain (Fra), 49.07; 38. Sebastian Elorza (Spa), 52.08; 39. Willy Spuhler (Zwi), 58.18; 40. Gilbert Bellone (Fra), 1.04.56; 41. Jean-Pierre Genet (Fra}, 1.07.26; 42. Georges Chappe (Fra), 1.08.00; 43. Maurice Izier (Fra), 1.10.54; 44. Herbert Wilde (Dui), 1.11.47; 45. Christian Raymond (Fra), 1.13.07; 46. Daniel Van Rijckeghem (Bel), 1.13.31; 47. Jean Monteyne (Bel), 1.18.21; 48. Serge Bolley (Fra), 1.19.15; 49. Marcel Maes (Bel), 1.21.51; 50. Anatole Novak (Fra), 1.33.58; 51. Eric De Vlaeminck (Bel), 1.37.42; 52. Eric Leman (Bel), 1.40.48; 53. Edward Weckx (Bel), 1.41.17; 54. Victor Nuelant (Bel), 1.43.14; 55. Eddy Beugels (Hol), 1.44.21; 56. Evert Dolman (Ned), 1.46.50; 57. Willy In ‘t Ven (Bel), 1.47.29; 58. Jean-Marie Leblanc (Fra), 1.49.36; 59. Jean-Louis Bodin (Fra), 1.49.50; 60. Remy Van Vreekom (Bel), 1.51.12; 61. Mino Denti (Ita), 1.56.47; 62. Vic Denson (GB), 2.23.29; 63. John Clarey (GB), 2.43.28.
(*22) Op het moment dat Koomen deze woorden uitspreekt, 5 minuten en 16 seconden nadat Jan Janssen over de streep is gegaan, verliest Herman Van Springel de Tour de France 1968. Het duurt even voor Koomen het rekensommetje heeft gemaakt, kennelijk beschikte hij niet over een chronometer.

En nu houdt het er dus maar om of Herman Van Springel in de laatste fase ineenstort dan wel dat hij zich handhaaft of dat hij misschien nog wat sneller kan, het was een wat bredere weg, je kon wat gemakkelijker lopen, wat gemakkelijker draaien op een groot verzet, en Herman Van Springel is de man van een van de grootste versnellingen in Europa, en daar is hij… nog niet op de piste, het is San Miguel, San Miguel, die twee… en daar is ook Herman Van Springel! Daar is ook Herman Van Springel (*22), maar we weten echt niet wat voor tussentijd op dit ogenblik op het bord is verschenen, want nog steeds is het nummer zeventig, wiens tijd we hier zien, dat is 1,23,02, maar als ik het zo snel uitreken, wordt Herman Van Springel geen winnaar van deze Tour de France (*23).

Hij kan geen winnaar worden, eenvoudig omdat hij tweeënhalve minuut, tweeënhalve minuut na San Miguel gestart is, en San Miguel zit op dit moment op 1.23,14, en als ik daar op dit ogenblik al drie minuten van afttrek, dan zit ik al op één, nul, of op 1.20,21, en dat betekent dat Herman Van Springel deze Tour de France ten slotte toch heeft verloren. Voor San Miguel wordt nu een tijd afgedrukt van 1.23,30 drie, en daar is Herman Van Springel, 1.25 zoveel, we moeten daar tweeënhalve minuut van aftrekken, daar is de tijd, één uur, 21 minuten, en drie viertiende seconde. Jan Wauters jongen, gecondoleerd!’ (*24)

Jan Wauters: ‘En jullie, gefeliciteerd, Theo, van harte hoor. Ik heb Jan Janssen zien binnenkomen, dat was een locomotief, een sneltrein. Herman Van Springel zat een beetje moe, zwaar gespierd, een beetje, dat liep allemaal niet soepel. Zie die man ginder, ook geslagen, zoals Ferdinand Bracke is binnengekomen. En daar hebben wij de Nederlandse overwinnaar, de eerste in de Nederlandse geschiedenis, in de geschiedenis van de wielersport, Theo, nogmaals, jullie allemaal, van harte proficiat!’

Theo Koomen: ‘Ja, het is een ontroerend schouwspel, luisteraars, en ik wil het u graag beschrijven, Jan Janssen, die op dit ogenblik verdrongen wordt, door de journalisten, door de persfotografen, die straks misschien nog op de schouders gaat worden gehesen. Jan Janssen die voor de tv-camera’s vandaan wordt gesleurd, en iedereen die hem wil spreken, die hem wil hebben, die heft zijn handen ten wanhoop, want Jan Janssen is de winnaar van de Tour de France negentienhonderdachtenzestig. Zelfs nog met ruime voorsprong op Herman Van Springel, die in de laatste fase inderdaad in elkaar is gestort.

Zijn energie en zijn krachten moeten zijn opgebruikt, Herman Van Springel, de revelatie toch wel van deze Tour de France, heeft ten slotte het hoofd moeten buigen voor Jan Janssen, die volledig kapot ook is, volledig aan het einde, maar ontroerd, en daar omhelsd wordt door Ab Geldermans (*25).

En Jan Janssen heeft gisteravond nog gezegd: als ik de Tour de France win, dan heb ik dat met vier man gedaan, en met mijn eigen ploegleider, Ab Geldermans. En als ik dan denk aan Kees Pellenaars, en op dit moment móét ik eraan denken dat Kees Pellenaars gezegd heeft dat je beter zijn grootmoeder kon sturen om de Tour de France te winnen (*26), dan zeg ik, dames en heren, dat is een misvatting geweest van Kees Pellenaars. Want op dit ogenblik gaan Jan Janssen en Ab Geldermans op de schouders van een schare supporters die meegekomen is naar Frankrijk.

Jan Janssen, 28 jaar, oohh, hier is Cora, Cora, kom heel even, heel even Cora (*27), proficiat met dit geweldig resultaat van je man, je kunt weinig meer zeggen…’


(*23) Uitslag tijdrit Melun-Parijs, 55,2 kilometer: 1 Janssen, 1.20.09, gem. 41.322 km/u; 2. Van Springel, 0.54; 3. Pingeon, 1.17; 4. Bracke, 1.23; 5. Wolfshohl, 1.50; 6. Den Hartog, 2.14; 7. Pintens, 2.54; 8. Grosskost, 3.09; 9. San Miguel, 3.21; 10. Aimar, 3.22; 11. Colombo, 3.39; 12. Gandarias, 4.06; 13. Bitossi, 4. 17; 14. Brands, 4.40; 15. Gomez del Moral, 4.49; 16. Gonzalez, 5.31; 17. Guyot, 5.42; 18. Schiavon, 5.44; 19. Bayssière; 20. Echeverria, 6.03.
(*24) Opmerkelijk. Koomen barst niet uit in vreugde vanwege de eerste Nederlandse Tourzege in de geschiedenis, maar hij condoleert zijn Belgische collega met het verlies van Van Springel. Het is alsof de waarheid nog niet helemaal tot de verslaggever wil doordringen. Misschien ook speelt een spagaat Koomen hier parten: hij weet dat er ook veel Belgische luisteraars onder zijn gehoor zijn, en dat maakt het ongebreideld nationalistisch vreugdevertoon waarin hij later zo zal uitblinken op dit moment misschien een beetje moeilijk.
(*25) Ab Geldermans (Beverwijk, 17 maart 1935) was ploegleider van de Nederlandse ploeg. Hij stond voor een moeilijke taak, omdat zijn ploeg was samengesteld uit renners van verschillende merkenploegen, wat de samenwerking niet ten goede kwam. Na de eerste dag ging Jos van der Vleuten al ontevreden naar huis, Zilverberg stapte af tijdens de vierde etappe, Gerard Vianen in de elfde. De slopende twaalfde etappe kostte Nijdam, Schepers en Ottenbros de kop. Voordeel was dat de overblijvende drie knechten van Janssen het prijzengeld voor de eerste plaats ( 15.000 gulden) en de premiepot (42.000 gulden) mochten delen.
(*26) Kees Pellenaars, ploegleider die vooral bekend werd door de Nederlandse Toursuccessen in de jaren vijftig van de vorige eeuw, had op de radio in het programma Echo gezegd: ‘Als Jan Janssen de Tour kan winnen, kan mijn schoonmoeder het ook.’ Dus niet zijn grootmoeder.

Cora Janssen: ‘Nee, ik weet niet of het waar is…’

Theo Koomen: ‘Ja, het is waar! Het is waar, kom even, het is waar! Is dat je dochtertje?’

Cora Janssen: ‘Ja, ik weet niet wat ik zeggen moet. Ik wacht…’

Theo Koomen: ‘Je vindt het geweldig hè. Het is bijna niet te, te hè… Cora Janssen dames en heren, de vrouw van Jan Janssen, weet echt niet meer hoe ze het heeft, ze staat verloren tussen de mensen, en dat kleine dochtertje, Cora, Cora, hoe heet je dochtertje?’

Cora Janssen: ‘Karin.’ (*28)

Theo Koomen: ‘Klarin. Karin. Heeft daar een bosje tulpen in de hand, rozen zijn het, Karin, dat kleine meiske, Karin, kom eens, Karin. Dat is een geweldig moment in de geschiedenis van Nederland, in de wielergeschiedenis, Karin, je papa is winnaar geworden, heeft de Ronde van Frankrijk gewonnen, hoe vind je dat?’

Karin: ‘Leuk.’

Theo Koomen: ‘Geweldig hè! Hoeveel jaar ben jij?’

Karin: ‘Zes.’

Cora Janssen: ‘Drie.’

Theo Koomen: ‘Drie jaar? Fijn hè.’

Cora Janssen: ‘Ze heeft bloemetjes gekocht voor pappa vanmorgen.’

Theo Koomen: ‘Heb jij bloemetjes… Ze heeft bloemetjes gekocht voor pappa, zegt ze. Ze staat er zo leuk mee in de handen. Nou, straks zul je pappa zien hoor, het is geweldig hè, kleine blonde Karin. En hier is Cora Janssen, en u hoort het dames en heren. Jan Wauters, neem het even over van me.’

Jan Wauters: ‘Ach, ik ben ook een geslagen man, Theo. Ik heb de nederlaag geleden, ik heb tenslotte altijd achter onze Herman Van Springel gestaan, die is nu niet meer te bekennen hier, die is weggedrukt, onder al dat tumult dat hier rond Jan Janssen heerst. En de Zilvervloot die vaart weer uit en alles wat van Holland is, zingt, staat recht, jubelt, en nu komt die stroom naar hier toe. Jan Janssen huilt… ‘

Jan Janssen (huilend): ‘Karinnetje, kom maar, kom maar schatje, Karin, pappa heb gewonnen, kindje…’

Jan Wauters (op de achtergrond): ‘Pappa heeft de Tour gewonnen…’

Jan Janssen (huilt nog steeds): ‘Cora, ik heb de Tour gewonnen, kindje…’

Jan Wauters: ‘En dat zijn zoenen van vreugde, zoenen van geluk, tranen van geluk. Ik kan het allemaal niet meer bijhouden, dames en heren, terwijl Jan hier staat te huilen als een kleine jongen, terwijl we er met de microfoon nog altijd tussenzitten. Je wordt hier geprangd tussen de armen en het witte kleed in, van ehh, van mevrouw Janssen, Jan…’ 

Jan Janssen (huilt verder): ‘Karin, kom maar… ‘

Jan Wauters: ‘Jan, kan het even?’

Jan Janssen (snikkend): ‘Karin, krijg ik van jou een kusje… ‘

Jan Wauters: ‘Ja, Jan… ·

Jan Janssen: ‘Karin, pappa heb de Tour gewonnen, kindje… Krijg ik die van jou, die bloemetjes? Krijg ik die van jou? Karin…’

Jan Wauters: ‘Jan, kun je nog iets zeggen, Jan? Kun je nog iets zeggen, voor al die mensen in Nederland en België?’

Jan Janssen: ‘Ik ben ont… ik ben zo ontzettend gelukkig. Ik had het nooit gedacht dat ik dit zou kunnen.’ (*29)

Jan Wauters: ‘Je hebt er jaren naar toegeleefd.’

Jan Janssen: ‘Jaren heb ik dit geprobeerd.’

Jan Wauters: ‘En onderweg Jan, die laatste kilometers, hoe heb je die kunnen rijden?’

Jan Janssen: ‘Ik heb alles, alles, alles gegeven, Jan. Ik heb nergens meer om gedacht, ik denk…’

Jan Wauters: ‘Dames en heren, dat waren de laatste woorden van Jan Janssen. Terwijl de microfoon hier wordt meegesleurd, ik zit helemaal beneden, en het lijkt op een vertrappeling. Dames en heren, dit is een aanslag op het leven van een reporter, moeilijk, verschrikkelijk is dat, terwijl we eronderuit zijn gekomen. Monsieur Goddet (*30), que-est-ce-que vous en pensez?’

(Goddet zegt dat Janssen de terechte winnaar is en dat Van Springel toch de grote klasse miste. Daarna kondigt hij Eddy Merckx (*31) aan.)

Jan Wauters: ‘Merci monsieur Goddet, prachtige man, eerlijke vent. En daar die andere heerlijke vent, Jan, van Ossendrecht (*32), bejubeld, heerlijk is dat, een Nederlander die wij voor de laatste keer een saluut brengen, in La Cipale, de wielerbaan van Parijs, die voortaan de Ronde van Frankrijk zal ontvangen, ook volgend jaar.

Luisteraars, dit was Parijs, over naar Brussel en Hilversum.’


(*27) Cora Janssen heeft niet alleen haar dochtertje bij zich, maar ook de eerste van haar twee zonen. Zij is namelijk zwanger. Tegen een verslaggever van De Gelderlander heeft zij een paar dagen voor de tijdrit verklaard veel voor Jan te bidden. Zij heeft haar man via de telefoon gemaand hetzelfde te doen. Van haar mag de Tour overigens zijn afgelopen, ‘de batterijen van mijn transistor zijn bijna op’.
(*28) Karin Janssen zou later trouwen met de wielrenner Adrie van der Poel. Het huwelijk eindigde in een scheiding, waarna Van der Poel trouwde met de dochter van Raymond Poulidor. Karin Janssen woont tegenwoordig in Frankrijk.
(*29) Hier is Janssen al te bescheiden. In de Nederlandse zaterdagkranten van 20 juli heeft hij zelfverzekerd verklaard dat hij zichzelf een zeer grote kans op de overwinning toedicht. Op vrijdag verblijft hij op kamer 209 van Hotel des Voyageurs te Besançon, waar hij onder handen wordt genomen door masseur José Vidal. Verslaggever Klaas Peereboom van Het Parool is erbij. ‘Ditmaal moet ik winnen,’ zegt Janssen. ‘Ditmaal wil ik niet het gevoel hebben dat ik door de grond ga omdat ik tweede ben geworden.’ Opmerkelijk: Janssen drinkt tijdens het gesprek een halve liter rode wijn en rookt een paar sigaretten.
(*30) Jacques Goddet (1905-2000), van 1936 tot en met 1986 directeur van de Tour de France, vanaf 1963 samen met Felix Lévitan. Richtte na de Tweede Wereldoorlog de sportkrant L’Équipe op.
(*31) Eddy Merckx won in 1968 de Giro, maar zag nog af van Tourdeelname. Hij won de Tour van 1969, 1970, 1971, 1972 en 1974.
(*32) De woonplaats van Jan Janssen, in het zuidwesten van Noord-Brabant.

Eerder gepubliceerd in De Muur, nummer 21, juni 2008


Leave a Reply