De beste Nederlandse wielrenner aller tijden: Mathieu van der Poel


Auteur: Bart Jungmann

In 2011 was Mathieu van der Poel 16 jaar oud. In datzelfde jaar werd De Sportcanon, een weerslag van de Nederlandse sportgeschiedenis, gepubliceerd. Interessant om daarin nog eens wat terug te bladeren in het 28stelevensjaar van Van der Poel.

Geschiedschrijving zegt veel over de tijd waarin die geschreven wordt. Dat geldt ook voor De Sportcanon, een werkstuk van de sportredactie van de Volkskrant. In het laatste hoofdstuk wordt bijvoorbeeld vooruitgeblikt op de Olympische Spelen van 2028. Zeventien jaar geleden had Nederland namelijk de ambitie die Spelen te organiseren. In 2012 donderde het kaartenhuis al ineen en geen haan heeft er sindsdien nog naar gekraaid.

Zo is er in het afgelopen decennium wel meer overhoop gehaald. Destijds werd in De Sportcanon met geen letter gerept over autosport. Dat zou nu ondenkbaar zijn. Ook handbal was in 2011 een vergeten sport. Acht jaar later werden handballende vrouwen wereldkampioen. Hun sportieve opmars kreeg ook gestalte in voetbal, atletiek en wielrennen. Kortom, die geschiedschrijving van de Nederlandse sport is ingehaald door de tijd.

Van de 35 vensters, zoals dat in canonnentaal heet, nam het wielrennen er twee voor zijn rekening. Eentje ging over de Tour van 1998 met het Nederlandse wielrennen in de rol van dopingzondaar. De ander ging over de Tour van 1980 toen het Nederlandse wielrennen op de toppen van zijn kunnen verkeerde.

Bij dat laatste venster staat een top 10 afgedrukt van de allerbeste coureurs aller tijden. Als het actieve geheugen me niet bedriegt, was ik daarvoor verantwoordelijk. Joop Zoetemelk staat natuurlijk bovenaan en Jan Janssen natuurlijk op twee. Verder kom ik de namen tegen van Piet Moeskops, Theofiel Middelkamp, Bart Brentjens en Leontien van Moorssel. Een paar van die namen, Van Moorsel uitgezonderd, zijn ook ingehaald door de tijd.

Een decennium later kun je niet meer om Marianne Vos en Annemiek van Vleuten heen. Hetzelfde geldt voor Tom Dumoulin, winnaar van een Giro, nummer twee in de Tour van 2018.

Die laatste klassering was, herinner ik me nu, bepalend in de keuze tussen Zoetemelk en Janssen. Hun erelijsten liepen gelijk op met overwinningen in Tour, Vuelta en wereldkampioenschap. Maar Joop werd zes keer tweede in de Tour, Jan slechts één keer tweede. En dus was Joop Zoetemelk in 2011 de allerbeste wielrenner aller tijden.

Dat brengt ons bij Mathieu van der Poel. Hoewel hij nooit tweede is geworden in de Tour, nog niet althans, zal iedereen het erover eens zijn dat Van der Poel nu een plekje zou verdienen in zo’n top 10.

Je kunt daarvoor zijn veelzijdigheid belichten. Afgelopen weekeinde verkoos hij een cross in een Frans bos boven de Europese titel op Drentse wegen. Slechts 28ste geworden, maar dat belooft toch veel voor een olympische titel mountainbike volgend jaar. Je kunt zijn erelijst erbij pakken met dit jaar als grote klappers overwinningen in Milaan-San Remo, Parijs-Roubaix en het wereldkampioenschap in Glasgow.

Maar wat hem werkelijk uitzonderlijk maakt, is de manier waarop hij wint of 28ste wordt. Als je me nu vraagt wie de beste Nederlandse wielrenner aller tijden is, luidt het antwoord: Mathieu van der Poel.


Corvos 00035811 008 Scaled

Glasgow – Cycling – Mtb Mountain Bike – Mathieu Van Der Poel (Ned / Team Alpecin Deceuninck) – Photo: Gregory Van Gansen/Pn/Cor Vos © 2023

Leave a Reply