CHAMPAGNE VOOR JULIAN


MÛR DE FRANCE


Iedereen heeft wel een eigen beeld bij Epernay, maandag voor de tweede maal finishplaats in de Tour. Gisteren was Epernay bijvoorbeeld het T-shirt dat Theo Bos droeg tijdens zijn werk, een paar honderd  meter na de finish van de derde etappe. Sprinter Bos is sinds vier dagen analyticus Bos. En daar stond Bos te analyseren op de vragen van Herman van der Zandt. Voor een beginnend analyticus niet eens zo slecht. Proost Theo.

Theo heeft een bolle(lere) kop gekregen, net als Danny Nelissen, zijn collega-duider van de Tour 2019. Op het zwarte T-shirt van de gewezen wereldkampioen sprint waren gele kapitale letters gedrukt:

RIDE

YEL

LOW

En daaronder

Drink champagne

Een NOS-duider als pamflettist. Een beschouwer als prediker van schuimwijn. Tja en ach. Die champagne in het departement Marne is de slechtste niet. 

Epernay. Ik weet niet of Cees Priem, oud-ritwinnaar in de Tour en oud-ploegleider van TVM, of de Wemeldinger meesterknecht van Jan Raas

gisteren naar de Tour heeft gekeken – maar bij Priem zullen wat minder vrolijke herinneringen aan de finishplaats zijn boven gekomen. Priem en Epernay is een wat moeilijke combinatie.

Priem moest in het najaar van 1998 boeten voor het feit dat er dat voorjaar in een TVM-auto aan de Spaans-Franse grens verboden spullen waren aangetroffen: 104 ampullen EPO in een plastic tas. Priem kon dat niet uitleggen, was wél verantwoordelijk en kreeg ruim drie maanden huisarrest in Hôtel Champagne, Epernay. Hij moest zich tweemaal daags melden bij het tegenoverliggende Hôtel de Police.

Hoe Tim Wellens zal terugdenken aan Epernay, kan niet anders zijn dan met een dubbel gevoel. Zijn gedurfde solo in de Gold Race-achtige finale was moedig, had een doel en slaagde – hij pakte de bergtrui, een klassement dat er in de Tour toe doet. Maar hij had zich nog niet over de laatste bergstreep geworpen of Julian Alaphilippe kwam zich melden met nog grotere plannen. De ritzege én de gele trui.

Het beeld dat Alaphilippe voor altijd kan klinken aan Epernay 2019 laat zich raden. Het is het gelijk van de Quick Step-leiding in de kwestie-Philippe Gilbert. DQS-manager Patrick Lefevere heeft Gilbert deze Tour thuisgelaten en de voorkeur gegeven aan de toekomst; in casu aan Julian, die het de laatste twee jaren doet á la Philippe. Met als uitschieters dit voorjaar Milaan-Sanremo en Waalse Pijl, en nu ook de Tour, is hij de terechte nummer 1 op de wereldranglijst.

Ieder keer als ik Julian Alaphilippe zie koersen, gaat mijn hart open. Ik ben niet zo heel gek op Franse renners – eenmaal vedette zijn ze grosso modo nogal van het aanstelligere, theatrale slag. De grimassen van Thomas Voeckler, het slangentongetje van Richard Virenque: pure aanstellers en bekkentrekkers. Filmspelers, zou wijlen Lomme Driessens zeggen. ‘Allemaal cinema.’

Alaphilippe heeft dat niet. ‘Ala’ is ook een druktemaker, maar van een andere snit. Onrustig en nerveus, een woelwater op zijn fiets, bezig een rodeopaard te temmen. Altijd maar omkijken, het tegenovergestelde van aerodynamisch. Als daler gevouwen in het kader, als daler superieur. ‘Ala’ heeft iets heldhaftigs, iets onverschrokken over zich. Wringen, schuren of desnoods plamuren, als met moet.

Gisteren, in de zestien slotkilometers racete Julian als een renpaard dat de vliegen van zich afsloeg, en ieder moment kon gaan hinniken.

De derde etappe van Tour 2019 zal de gretige Julian Alaphilippe voor altijd koesteren. Epernay is zíjn beklijvende beeld van glorie na een onuitwisbare finale.

Over tien jaar poetst hij de pauken op, trekt hij een fles champagne open en laat hij het lichtgele bruisvocht ontploppen.

Ride Yel Low. All’Ride Yel Low Julian!


Peter Ouwerkerk


05 Kl

Leave a Reply