Auteur: Jeroen Wielaert
Vallen op de Voorstraat. Het overkwam me eind november met mijn stadsfiets. Ik kwam van de sportschool na een uur spinnen, de inspanning waarbij je op het ritme van muziek een hele afstand aflegt zonder een meter vooruit te komen. Nu reed ik door de Utrechtse fietsstraat, werd links ingehaald door een fietser die rechts afsloeg en daarbij mijn voorwiel raakte. Ik viel met mijn linkerkant op het asfalt. Utrecht is fietsstad en in die status levensgevaarlijk voor fietsers.
De schade viel mee: een pijnlijke elleboog. Ik heb het joch de huid vol gescholden. Onder het doorrijden bedacht ik me: zo gaat dat dus ook in een wielerpeloton. Er hoeft er maar een verkeerd te sturen en een voorwiel te raken en achter hem gaat niet alleen de getoucheerde coureur onderuit, maar stort de rest van het pak als een horizontaal kaartenhuis in elkaar.
Dit is de tijd dat er niet gevallen wordt, al is dat niet zeker. Op trainingskamp in zonnige oorden moeten de ploegen het doen zonder beveiliging, kunnen ze op de oefencols te maken krijgen met gewoon verkeer. Het gebeurde coureurs van Giant-Alpecin op een zaterdag in januari 2016 in de buurt van Alicante. Ineens was er die auto. Zes gingen er onderuit, waaronder John Degenkolb, Ramon Sinkeldam en Chad Haga. Er moesten twee traumahelikopters komen.
Vallen, het blijft een terugkerend discussiepunt. Vooral als een erg onwelkome variabele als het plan van een ploeg tot op alle controleerbare details is geperfectioneerd. Visma | Lease a Bike had heel het voorbije seizoen te maken met noodlottige valpartijen. Wout van Aert eerst in Dwars door Vlaanderen, Jonas Vingegaard even daarna in de Ronde van het Baskenland en Van Aert na zijn herstel andermaal in de Vuelta. Tadej Pogačar viel nergens en won overal. Vallen is onderdeel van een onrechtvaardige, maar onvermijdelijke tweedeling, een rampzalige streep door miljoeneninvesteringen. Kan er niets gedaan worden tegen dat vallen? Nee, ook in 2025 gaan heel dure renners vallen.
Vallen, het hoort bij de gewilde heroïek. Geen Nederlander is ooit zo legendarisch gevallen als Wim van Est, toen, in 1951, in het ravijn van de Aubisque. Denk aan Gert-Jan Theunisse. Hij kwam met zijn bebloede hoofd op de cover van zijn biografie. Laurens ten Dam, met verband om zijn bebloede gezicht reed hij door in de Tour, 2011. Wout Poels kroop in de Tour van 2012 na een massale valpartij niet ver voor aankomstplaats Metz uit een droge sloot, kon onmogelijk verder fietsen, maar probeerde het toch. In plaats van discussie is er ten eerste bewondering. De kijkers smullen ervan, in plaats van zich af te vragen wat voor waanzin dit allemaal is. Voorbeeldige bikkels!
Van hun voetstuk vallen, dat ook, het overkomt de besten. Grote Tourwinnaars, beland in diepe crisis. Het is menselijk. Daarom vind ik het mooi dat Lance Armstrong de in zware financiële en mentale problemen geraakte Bradley Wiggins heeft opgeraapt en de kosten voor de therapie van de Brit wil betalen. Het is helpen opstaan, ver van de Voorstraat.
Foto: Rob Ruijgh looks to Wout Poels (Vacansoleil – DCM) right Daan Luikx (team manageer) pictured during the 6e etappe – stage 6 (207,5 km) of the 99th Tour de France 2012 – from Epernay > Metz – foto Wessel van Keuk/Cor Vos ©2012
Foto header: Hoogvliet – Netherlands – cycling – cyclisme – radsport – wielrennen – archive picture crash val sturz fall – Photo: Cor Vos © 2024