There we go (with Koos)

Another Brick In The Wall Liggend


Auteur: Bert Wagendorp

Ik heb veel vertrouwen in de nieuwe bondscoach voor de profs, Koos Moerenhout. Niet alleen omdat Koos en ik op dezelfde dag jarig zijn – we sturen elkaar op 5 november altijd een hartelijke felicitatie –, maar ook omdat Koos Moerenhout een aardige jongen is. Dat had ik al in de gaten toen ik Koos interviewde tijdens het WK van 1994 op Sicilië. Hij was toen een amateur van twintig jaar oud en beschikte al over een aangename kijk op de wereld. Ik vroeg me af of Koos het wel zou redden, in de niet altijd aangename en lichtelijk cynische profwereld – hij liet er geen misverstand over bestaan dat prof worden zijn doel was.

   Maar tussen 1996 en 2010 fietste Moerenhout een respectabele loopbaan bij elkaar, al die jaren in dienst van anderen. Hij startte zeventien keer in een van de grote rondes en werd dertiende in de Vuelta van 2005. Tweemaal werd hij Nederlands kampioen op de weg.

   Daarnaast is Koos Moerenhout (naast Frank Vandenbroucke) een van de weinige wielrenners aan wie een popsong is gewijd. In 2009 schreven The Gasoline Brothers de fraaie song There it goes (for Koos), een liedje dat een eeuwige plek in de Top-2000 verdient.

   Misschien is het met Koos’ carrière niet helemaal zo gelopen zoals hij in 1994 op Sicilië nog hoopte, maar daar zit hij niet mee. Hij deed na zijn actieve periode weleens mee aan een Muur-avond en van verongelijktheid, teleurstelling of frustratie heb ik nooit iets gemerkt. Hij was eigenlijk nog altijd de Koos van 1994, het wielrennen had hem niet wezenlijk veranderd. Dat wijst op karakter.

Ooit schreef ik voor de Volkskrant een verhaal over de ideale voetbaltrainer. Wat waren de voorwaarden om een grote voetbaltrainer te worden? Het antwoord luidde: de ideale coach is zelf profspeler geweest, maar geen topper. Er waren een paar uitzonderingen (Cruijff, Beckenbauer) maar uiteindelijk wezen de statistieken in de richting van twee interlands en een loopbaan die niet had gebracht wat ervan was verwacht. Dat was ook wel weer logisch: de voetbaltrainer moet gemotiveerd zijn om als coach te bereiken wat hem als speler niet is gelukt: de absolute top halen.

   Nader onderzoek zou moeten uitwijzen of iets dergelijks ook geldt voor bondscoaches in het wielrennen. Maar het zou me niet verbazen als dat zo was – ook al is de invloed van de ploegleider-coach in het wielrennen veel minder groot dan die van de trainer in het voetbal. Maar het is duidelijk dat Koos nog iets heeft te bewijzen.

Het Nederlandse wielrennen beschikt over de beste generatie sinds het legendarische viertal Raas-Knetemann-Kuiper-Zoetemelk – vier wereldkampioenen. Van hen is Zoetemelk de laatste, 33 jaar geleden.

   Koos moet aan die lange periode van droogte een einde maken, en ik denk dat hij daar zeer geschikt voor is. Ik weet eigenlijk wel zeker dat het Koos gaat lukken. Hij is ervaren, slim en – daar heb je het weer – hij is aardig. De wielerbondscoach heeft eigenlijk maar één taak: één keer per jaar de juiste ploeg samenstellen en ervoor zorgen dat die ploeg vol tegengestelde belangen voor één dag als een eenheid optreedt. Daarvoor moet hij behalve over tactisch inzicht vooral over empathisch vermogen beschikken. Ik denk dat coach Koos het eerste heeft en het tweede helemaal. Voor Koos wil je als prof wel even de benen uit je lijf trappen.

Behalve een veelbelovende bondscoach is Koos Moerenhout trouwens ook een geweldige filosoof. In een van de interviews ter gelegenheid van zijn aantreden, verklaarde hij het volgende: ‘Statistisch wordt de kans steeds groter dat het weer een keer lukt op een WK. Want hoe langer het duurt, hoe korter het is voordat het weer eens zal gebeuren.’

   Denkt u daar maar eens goed over na. Koos komt hier even door met een wijsheid van Cruijffiaans niveau.

   Het is niet de vraag of Koos Moerenhout de komende jaren een wereldkampioen op de weg naar voren zal schuiven, het is de vraag hoeveel.


‘Another Brick In The Wall’ is een serie columns van De Muur meesters zelve: Peter Ouwerkerk, Bert Wagendorp, John Kroon en Mart Smeets.

 
 
 


Foto: Koos Moerenhout Classic

 

Leave a Reply