In alle perfectie ontbrak het theater van het avontuur


MUR DE FRANCE


Auteur: Jeroen Wielaert

Corvos 00032494 116

Meribel, Col De La Loze – Primoz Roglic En Tadej Pogacar – Photo Pool/Cor Vos © 2020


De Tour de France is in Parijs besloten met de verrassende sprintzege van Jordi Meeus, maar hij was al afgelopen even voorbij Méribel, toen Tadej Pogačar afhaakte aan het begin van de Col de la Loze. Deceptie in de huiskamer. De Tour zakte in op de berg waar al dagen naar was uitgezien. Het was een samengaan van omgekeerde emoties, want bij Jumbo Visma keken ze met stijgende verbazing en vreugde hoe Jonas Vingegaard nog meer minuten uitliep dan ze hadden durven berekenen. Alle spanning viel weg voor het publiek dat tot woensdagmiddag 19 juli half 5 klaar zat voor de opgehemelde climax. De Loze ontluisterd.

Een secondestrijd moest het worden. Had Jonas Vingegaard niet uitgehaald in de eerste Pyreneeënrit naar Laruns? Had Tadej Pogačar niet teruggeslagen op Cauterets-Cambasque?

Had de Puy de Dôme niet meer uitgewezen dan een miniem verschil?

De Tour werd een congres van tegengestelde wijsheden. In de variabelen woog mee dat de Sloveen meer veerkracht dan zwakte had getoond in de strijd met de Deen die stabiel reed, maar niet onverslaanbaar. Daar kwam de hoop bij over behoud van suspense tot de flanken van Le Markstein, de Vogezenapotheose die de Tourdirectie wilde.

Dat andere plan was er ook, wetenschappelijk werk in uitvoering, minutieus geperfectioneerd door de faculteit Jumbo-Visma. Chrstian Prudhomme was in 2020 nog verrukt door de omwenteling van de laatste zaterdag op la Planche des Belles Filles. Het doorkruiste de gedroomde Nederlandse planning, maar was des te leerzamer voor hen. Het vaderlandse sentiment verdween met de weigering van Tom Dumoulin om nog langer Tourfavoriet te zijn. De ploeg had een frisse Deen klaar staan. Hij moest het nu opnieuw doen, in strak geprogrammeerd ploegwerk, bij voorkeur dagen voor Le Markstein. In de Vogezen werd Thibaut Pinot onthaald op een geweldig Frans afscheidsfeest en Pogačar mocht winnen, maar niet in het geel.

In alle perfectie ontbrak het theater van het avontuur en speelde Pogačar de opgewekte anarchist die liever meereed met Geel-Zwart in plaats zich door hen te laten leegrijden. Tot het tóch gebeurde, zij het niet alleen door hun toedoen. Vingegaard maakte in de tijdrit een Roglič van Pogačar, een omkering van de rollen van die slotzaterdag in 2020.

De Belgische motorverslaggever Carl Berteele vroeg of het gebrek aan koersritme Pogačar opbrak. José de Cauwer kwam met een rake analyse: ‘Je kan zeggen: minder koersen, meer frisheid. Pogačar heeft nooit de tijd gehad om goed te herstellen. Het oude credo dat een coureur moet koersen is hier wel van toepassing. Laten we zeggen dat Pogačar gestart is met een flinke handicap.’

Doping? Het tijdsverschil gaf een beeld van menselijke verschillen. Niets verbodens, of buitenaards. Pogačar was zelf het duidelijkst: ‘I’m gone, I’m dead.’

Het zal geen overdosis geweest zijn. En ook geen bier, zoals Richard Plugge zei te hebben waargenomen bij Groupama.

Vingegaard c.s. rijden in 2024 voor een nieuwe sponsor (geen Carlsberg). De variabele Remco Evenepoel gaat meetellen onderweg naar de unieke slottijdrit Monaco-Nice. Hoog tijd voor nieuwe plannen.

Corvos 00035747 177

Jonas Vingegaard – Photo: Tim Van Wichelen/Cor Vos © 2023

Leave a Reply