Auteur: Mart Smeets
Stel de Tour de France is voorbij, andere koersen willen nu even belangrijk zijn en één van Neerlands bekende dagbladen komt met een kort verhaal dat ondertekend is door Christian Prudhomme. De teneur van het artikel is streng maar rechtvaardig. De Fransman had meer verwacht van de Nederlandse renners en doet daar, op bijna onderkoelde wijze, kond van.
Dat zou merkwaardig zijn en welke Nederlandse krant of welke Franse Tourbaas zou zich nog in zo’n traject wensen te begeven?
Geen enkele.
We gaan terug naar de Ronde van Frankrijk van 1954, niet geheel toevallig zeventig jaar geleden. In het kort: start in Amsterdam, grote toeloop van zeer enthousiaste mensen rond het Olympisch Stadion.
Louison Bobet won die Ronde met een kwartier voorsprong op Ferdi Kübler. De Zwitserse ploeg won de ploegentijdrit, Wout Wagtmans (held van de natie) verloor in één etappe 20 minuten. Er was een opmerkelijke debutant: Federico Bahamontes, die het bergklassement won. Liet zich in de zware bergetappes inlopen omdat hij niet solo durfde te dalen.
23 etappes, 4656 kilometer(!!), 110 deelnemers, 41 uitvallers, de Oranjeploeg won drie etappes (Wagtmans, Wim van Est en Henk Faanhof), Bobet won drie etappes en de beste Nederlander in Parijs was Jan Nolten op meer dan een uur op de 14e plek.
Een jaar eerder had de Nederlandse ploeg in de door Louison Bobet gewonnen Tour van 1953 vier etappezeges geboekt, was Wout Wagtmans als vijfde geëindigd en had de Oranje-formatie het ploegenklassement gewonnen – destijds nog een prestigieuze prijs.
In het Algemeen Dagblad verscheen na afloop van de Ronde van 1954 een verhaal dat was ondertekend door Tourdirecteur Jacques Goddet, de op een Britse edelman lijkende, lieve oudoom die in khaki en altijd geschoren en keurig gekapt door de Franse ronde stapte.
Wie wat bewaart heeft wat en toevallig kwam ik die vertaalde tekst weer tegen bij een opruimactie in mijn mancave.
Goddet was bevriend met Ru de Grood, in die dagen een bekend wielerjournalist en dit was een vriendendienst.
Goddet schrijft (vertaald): ‘Wat ik wel met droefheid heb gadegeslagen is, dat deze Nederlandse ploeg na zo’n geweldig sterk begin langzaam verzwakte, totdat zij inderdaad nog alle krachten moest aanspreken om zich niet te laten passeren door Franse regionale ploegen.’
Dat was toen een waarheid als en koe. Goddet schrijft verder: ‘Zij, de Hollanders, zijn het geweest, die de Ronde van Frankrijk gemaakt hebben tot wat zij in de laatste jaren is geworden: een hard gevecht van start tot het einde toe.’
Maar niet in 1954.
Goddet: ‘Het is mogelijk dat het profile van de wedstrijd hen te zwaar was vergeleken althans bij dat van het vorig jaar.’
Leuk antwoord op een moeilijke vraag? Was het zo zwaar? En waar waren die Nederlanders dan? Goddet: ‘In Nolten zie ik nog altijd een winnaar van de Ronde van Frankrijk, maar dan moet hij een voorbeeld nemen aan Bobet van dit jaar. Hij moet zich dwingen zich voor te bereiden, hij moet zich concentreren op zijn taak en hij moet dit doel: de zege in de Ronde, elk ogenblik van de dag, bij al zijn doen en laten, voor ogen houden. Niet alleen Nolten, maar ook de andere renners van de ploeg zouden veel hoger in het klassement moeten kunnen eindigen dan zij nu deden.’
Goddet: ‘De Nederlandse ploeg moet zich verjongen. Zij leek niet op de eenheid die verleden jaar de ploegprijs won. Dat waren compleet andere renners, met dezelfde namen, maar een andere inhoud. Zij dienen de strijd te begrijpen, niet alleen voor zichzelf, maar voor de gehele ploeg. Dat is wat ik het Nederlandse wielrennen voor de komende jaren toewens.’
Zeventig jaar geleden waren dit wijze woorden van een keurige, Franse gentleman, uitgesproken in de richting van de lezers van het AD en ook de Nederlandse renners van toen.
Time changes, zegt men.
Is dat zo?
Foto header: Jacques Goddet (FRA) pictured during Tour de France 1982 – Photo: Cor Vos © 2024