EEN HEERLIJK DUBBEL WEERZIEN MET EEN KOLOSSALE OUDE VRIEND

Auteur: Jeroen Wielaert

Corvos 00021386 008 Lr


Indrukwekkend en prestigieus zou het de naam kunnen zijn van een wetenschapper, militair, politicus, verzetsman, schrijver, of cineast.

Antoine Galibier, uitvinder van de indicateur système circulatoire, richtingaanwijzer voor de bloedsomloop.

Bernard Galibier, adjudant van Napoleon, tragisch verdronken in de Berezina.

Christian Galibier, steun en toeverlaat van Jean Jaurès, de socialistische leider.

Didier Galibier, aanvoerder van de maquis, het verzet in de Vercors.

Éduard Galibier, existentialist uit Grenoble, auteur van La Descente vers la Montée, vertaald als Dalen om te Klimmen.

Ferdinand ‘Fred’ Galibier, regisseur van Le Sommet Profond, met Simone Signoret en Yves Montand. 

De familienaam Galibier komt 110 keer voor in het Franse Geneanet.

Voor alles is het sinds 1911 een van de legendarische beklimmingen in de Tour. De Galliërs noemden hem Gwal, de Stenige. Zo zag hij er ook uit toen de renners er voor het eerst opreden. Émile Georget kwam er op 10 juli 1911 als eerste boven. Uit die vroege jaren in de Tour bestaan foto’s van meer dan manshoge sneeuwlagen op de top, met een gang er doorheen. De toenmalige Tourdirecteur Henri Desgrange was verrukt. Dit moest hij de lezers van L’Auto laten weten, schitterende verschrikkingen.

Desgragne kende het Franse gebergte aanvankelijk zelf niet. Als Parijzenaar had hij de eerste verkenningen overgelaten aan zijn assistent Alphonse Steines, een avontuurlijke Luxemburger. 

Op 11 juli 1911 noteerde Desgrange: ‘Ô Sappey, Ô Laffrey, Ô col Bayard, Ô Tourmalet! A côté du Galibier vous êtes de la pâle et vulgaire bibine.’ Hij bedoelde maar: de reeds eerder beklommen bergpassen waren klein bier, vergeleken met de Galibier. Er werden veel extra exemplaren van L’Auto verkocht. 

De namen van veel van zijn beklimmers vervagen, de Galibier blijft staan als tijdloos fenomeen met een lelijke pukkel niet ver van de top: het monument voor Henri Desgrange. 

In 1951 kreeg hij gezelschap van een naburige berg die voor het eerst in de Tour werd opgenomen: L’Alpe d’ Huez. Het nieuwe is er voor beiden al jaren af, de loop van de bochten, de percentages zijn tot in de finesses bestudeerd. Het blijven zich herhalende monsters voor steeds weer nieuwe generaties klimmers.

Onder Nederlandse renners ontstond een relatie vol haat en liefde, afkeer en omarming, afhankelijk van hun aard. Peter Winnen maakte naam met twee overwinningen op de Alpe d’Huez. Het is nooit iets geworden tussen Winnen en de Galibier: ‘Dat stomme ding. Het is een stomvervelende berg. De benen waren er nooit goed. Die top is ook zo neerslachtig. Een sombere col, dat is het.’

1989 lagen ze in gezamenlijkheid klaar voor de strijd op 19 juli, de etappe Briançon-Alpe d’Huez. Op de Galibier begon Gert-Jan Theunisse een vroege aanval. Hij besefte dat het een vorm van zelfmoord was, maar reed driest door, verstand op nul en won op de Alpe.Theunisse kiest toch voor de Galibier. ‘Het is de mooiste berg van de Tour. De Alpe d’Huez is bekender door de aankomsten, puur als berg is de Galibier veel zwaarder.’

Corvos 00017631 168

In 2011 werd hij twee keer beklommen, als viering van de honderdste verjaardag van de Tour in de Alpen, met de primeur van een aankomst op de top, gewonnen door Andy Schleck. Nu gebeurt het opnieuw in twee etappes, met op de tweede dag een herhaling van die rit van 1989. Het is niet te voorzien dat er een vaderlander wint op de Nederlandse Alp. 

Voor mij is het een groot genoegen om hem weer aan beide kanten terug te zien, mijn oude vriend Galibier. 


De Tourcolumn door Bert Wagendorp, John Kroon en Jeroen Wielaert.

Corvos 00032209 030 Lr


Img 8998

Leave a Reply