DE TOUR EN HET DÉJÀ VU

Mot 1


Auteur: Peter Ouwerkerk

Zouden die worstjes nog op tijd de finish hebben gehaald?

Het leven is een déjà vu. Hoe ouder je wordt, hoe meer je kunt en gaat terugkijken. En die blik wordt steeds ruimer, want veel, zo niet álles heb je al eens eerder meegemaakt. Beleefd in diverse varianten.

Een vrouw met een kartonnen bord voor opi & omi, of een fotograferende jongen die Giuseppe Guerini omverloopt in de slotkilometers van L’Alpe d’Huez (1999). Een wegwaaiende paraplu die Mathieu van der Poel bijna in de spaken steekt, of een toeschouwer die op Luz Ardiden met het hengsel van een geel etenszakje Lance Armstrong doet wankelen (2003). Een bidon die MvdP een dromend ventje in de handen drukt, of een boete voor elke vliegende bidon (2021).

Tientallen voorvallen in tientallen jaren. De Tour is straattoneel, en de kijkers staan erbovenop. Niet alleen op renners, ook op alle andere inzittenden van de Tourkaravaan – in totaal dagelijks zo’n vierduizend personen. Er gebeurt altijd wel iets.

Neem de etappe van zaterdagmiddag 26 juni jl: rit acht, op weg naar Le Grand Bornand, Alpen. Tour in gevaar, vrachtwagen blokkeert route – zo gaat het nieuws vanaf 14.32 uur viraal op social media. Fotootje erbij, iedereen is tegenwoordig zijn eigen worldwide correspondent.

Modderstromen hebben de Tour daar al eens eerder lamgelegd. 1987: omleiding over een geïmproviseerd parcours, omdat nog niet alle 23 doden van het natuurgeweld zijn geborgen. Dus wat hier op de beklimming van de Côte de Mont Saxonnex gebeurt, is kinderspel vergeleken bij echte rampen. Maar – hier dreigt ook onheil.

De gestrande camion is er een uit de mobiele voorraadkamers van de Tour. Een oplaadtruck van Cochonou, sinds 1997 deel uitmakend van de Tour, sinds 1999 officieel ‘Fournisseur du Tour’. Makelaar in smakelijke saucissons, iedere dag aan start en finish. Onderdeel van de reclamekaravaan met twee in rood-wit boerenbont opgetuigde 2cv’s, die de hartige worstjes aan het publiek uitdelen. En nu geveld door misfortuin.

Waar heb ik dat eerder gezien? Het déjà vu is snel zichtbaar. Het fotografisch geheugen van de senior Tourvolger begint aan een diavoorstelling onder de linker hersenkwab.

Daar is-t-ie. Delpher bevestigt alles. Tour de France 1986, dinsdag 15 juli, halverwege rit 12 in de Pyrenées Atlantiques. Jean Bobet – oud-coureur, journalist, parcoursadviseur, broer van Louison – heeft nog onbekende Pyreneeën ontdekt: de fronttroepen van de karavaan vinden rustig hun weg. Tót er opeens een zwart gevaarte opduikt in een rechter hairpin.

Paniek. Op kilometer 103 heeft de PDM-bus zich in de afdaling van de Burdincurutcheta naar de Bargargui klemgereden, tussen rotswand en diep ravijn. Niet meer vooruit te branden.

Er verzamelen zich steeds meer Tourvolgers en lokale nieuwsgierigen. De PDM-bus is een bezienswaardigheid op zich. Nu heeft elke WorldTourploeg zo’n bus, sommige zelfs nog een op reserve, maar PDM is de eerste in koers met een super-de-luxe touringcar. Kosten een kwart miljoen. De bus is gitzwart gespoten en voorzien van alle gemakken die een coureur zich kan wensen: slaapstoelen, douches, massagetafel, tv-scherm, ijskast. Álles.

En toen stond hij ineens stil. Onwrikbaar vast op een Pyreneeëncol. Vooruit dreigde het ravijn, achteruit had de uitlaat al diepe voren getrokken in het pas gelegde asfalt. 

Het tafereel is uniek; een genot om te zien. Tractor erbij, boer erop. Geen beweging. Politieagenten erop, geen beweging. De bus begint aan alle kanten te trekken. Geen beweging. Een vrachtauto met een vers peloton Franse gendarmes, veertig paar handen duwen, geen beweging. Tot er eindelijk een sneeuwshovel aanschuift met de ontbrekende paardenkrachten.

‘Pas op, daar zit de benzinetank,’ roept de chauffeur nog. Waarna de shovelbestuurder een soort anker onder de bus vastzet en de bus openrijt als een sardineblikje.

De chauffeur schat de schade op vele duizenden. Blikken rafels aan een zwarte koets. De chauffeur heeft net zeven maanden met U2 door het VK getoerd, en nu de Tour de France… Hij zweert dat dit de laatste berg is die hij met een bus gereden heeft. Amper vijf minuten voor de doorkomst van de eerste renners maakt het pronkstuk van het peloton zich eindelijk uit de voeten. Burdincurutcheta en Bargargui… f**ck you.

Ach ja, die Tour de France… Het is een perpetuum mobile van onverwachte gebeurtenissen. De Tour van 2013, met Grand Départ op Corsica, waar het peloton dreigt niet te kunnen afsprinten. Oorzaak? Een materiaalbus van Orica GreenEdge kan niet onder of langs de finishboog passeren. Ja maar jongens… Gered door de gong.

En ook deze Tour weer: de vrouwen mogen het bal zaterdag 26 juni openen met La Course. Maar wel in de vroege ochtend. Op een uur dat er opeens tien vrachtwagens half op de weg staan geparkeerd om uit te laden… Op, inderdaad, het parcours van de vrouwen…

Camions en de Tour? Een vergeten hoofdstuk in het dossier veiligheid. Al zitten ze nog zo vol fijne worst van Cochonou.

PS: Kunnen Tadej Pogacar en Mark Cavendish ook eens niet worden geblokkeerd?


Gedurende de Tour de France zal er in dit weblog dagelijks een column verschijnen, geschreven door John Kroon, Peter Ouwerkerk en Jeroen Wielaert.

Corvos 00033282 145 Kl


Beeld: Cor Vos ©2021

Leave a Reply