De etappe van Saint-Geniès-de-Malgoirès naar La Calmette

Another Brick In The Wall Liggend


Auteur: Bert Wagendorp

Waar het vandaan kwam kon ik niet zeggen, al hadden de schemering en de neerdwarrelende natte sneeuw er ongetwijfeld mee te maken. Ik kan slecht tegen de winter en zo half januari ben ik er echt klaar mee. Dan wil ik dat het is afgelopen, dan vormen zich langzaam maar zeker de contouren van een diepe haat – tegen kou, regen, schemer en het Hollandse klimaat in het algemeen. Dan begin ik plannen te maken voor emigratie.

Ik doe dat elk jaar, dus het valt kennelijk niet mee die te realiseren.

Opeens, als een fata morgana, waren er drie magische woorden.

Ster van Bessèges. Étoile de Bessèges. Ik werd overvallen door een diep verlangen naar de Ster van Bessèges, die schitterende koers. Ik wist niet helemaal zeker of het wel echt een schitterende koers was, maar opeens leek er geen twijfel meer mogelijk.

Ik had nooit een speciale belangstelling voor de Ster van Bessèges gehad. Maar dat was voorbij. Het coronajaar zou van alles veranderen, zei iedereen al maanden, en nu zag ik de waarheid van die woorden in. Ik was gegrepen door de Ster van Bessèges.

Ik klikte meteen naar de site van de Ster. Hij begon op 3 februari en telde vijf etappes. Ik fluisterde de namen van de etappeplaatsen. Bellegarde, Saint-Geniès-de-Malgoirès, La Calmette, Bessèges (natuurlijk, Bessèges), Rousson, Saint-Siffret Pays d’Uzès, Alès. Ze klonken als muziek in mijn oren en ik knapte zienderogen op.

Ik stelde me het dorpsplein van Saint-Geniès-de-Malgoirès voor, op de ochtend van donderdag 4 februari, voor de etappe naar La Calmette. Je moet een beetje de sfeer van zo’n dorpje in de Gard kennen om volop van zo’n visioen te kunnen genieten. Misschien is er een marktje, met een kaasboer en kippen aan het spit. Er schuifelen wat mensen rond – de gemiddelde leeftijd van de Franse dorpsbewoner is tachtig. De platanen zijn nog kaal, maar je voelt dat in de stam de sappen stromen. De temperatuur is aangenaam, in het café du Sport wordt koffie geschonken. Die is altijd van abominabele kwaliteit, maar vandaag heeft de patron zichzelf overtroffen en iets drinkbaars gebrouwen. Naast je op het terras (de jas moet nog aan blijven) rookt iemand een gele Gitane – worden die nog verkocht, Gitanes, of heeft de man in zijn kelder een enorme voorraad aangelegd?

De start is om 12.50 uur, dus tot elf uur bewijst alleen het spandoek ‘Départ’ dat er straks iets gaat gebeuren dat Saint-Geniès voor heel even tot het centrum van het internationale cyclisme zal maken.

De stichter van de Ster, Roland Fangille, is in november overleden, schrijft de Midi Libre. ‘Corona,’ denk je tot je eigen afgrijzen.

Maar dan rijden langzaam de ploegbussen het dorp binnen – waar ze vandaan komen, god mag het weten, maar ze zijn er. Eigenlijk zijn ze veel te groot voor zo’n klein dorpje. Ze zijn te groot voor de Ster van Bessèges; eigenlijk zouden de ploegen hun coureurs weer gewoon uit personenwagens moeten dumpen; zouden de renners, gezeten op de achterklep, hun benen weer warm moeten zetten terwijl ze zich afvragen waar ze nu weer zijn beland.

Er zitten neo’s tussen en jongens die hier al voor de tiende keer hun seizoen beginnen – dat kun je zien aan de licht-onverschillige blik waarmee ze om zich heen kijken.

Maar er heerst zoals altijd vrolijkheid onder de renners. Ze zijn blij dat het weer is begonnen en dat de winter erop zit.

Er zijn hier geen journalisten, niet veel tenminste. Misschien de wielerjongen van de Midi Libre, of een freelancer van de Dauphiné Libéré. Hier kun je rustig kijken naar renners die in de grote koersen door mensenmassa’s worden omringd. Er loopt een cameraman rond van de regionale televisie, met een meisje met blond haar ernaast dat van haar chef quotes moet verzamelen voor in het regiojournaal.

Ze houdt de microfoon onder de neus van een jonge renner die zich eigenlijk moet warmrijden, maar die op zijn fiets, geleund tegen een hek – er zijn opeens hekken – praat met een oude bekende. Jongen uit de regio zeker. Hij lacht naar het meisje en zegt iets in de microfoon. Ze knikt dankbaar.

Dit is het begin, denkt hij. Dit is voortaan mijn leven. Ik heb niks gezegd en toch een mooi meisje blij gemaakt. Misschien is ze er straks aan de finish ook.

Het meisje heeft een mondkapje en de jonge renner ook. Dat vloekt met het idyllische plaatje.

In de verte kraait een haan en er blaft ook een hond. In elk Frans dorpje blaft wel ergens een hond, koers of geen koers.

Saint-Geniès-de-Malgoires is deze ochtend even de beste plek op aarde.


‘Another Brick In The Wall’ is een serie columns van De Muur meesters zelve: Peter Ouwerkerk, Bert Wagendorp, John Kroon en Mart Smeets.

Corvos 00000173 074

Ster Van Besseges. Foto Cor Vos ©2001


 

Leave a Reply