• Gratis •
Another brick in the wall
Auteur: Bert Wagendorp
Tijdens de etappe in een grote ronde met de minste bochten aller tijden – de lange rechte weg naar Eilat in de derde etappe van de Giro d’Italia – was ik weer eens blij dat Pro Cycling Stats er is (procyclingstats.com). Sinds Pro Cycling Stats (PCS) bestaat, een jaar of vijf, zes, schat ik, kunnen de wegen niet recht genoeg zijn en mogen ze door een woestijn voeren: je hebt altijd afleiding.
Je kunt bijvoorbeeld even opzoeken wat ze bij PCS weten van Marco Frapporti, een van de drie kansloze vluchters. Dit: Frapporti (33) won in zijn loopbaan vier koersen, waaronder op 14 februari 2009 de tweede etappe in de Giro Della Provincia di Grosseto, van Santa Fiora naar Orbetello, met een gemiddelde snelheid van 38,104 kilometer per uur. Het was de tweede en tevens laatste editie van de Ronde van de Provincie Grosseto, waarom weet niemand. In de eerste editie eindigde Gerben Löwik (inmiddels ook alweer 40) overigens op een verdienstelijke tiende plek in het eindklassement. Löwik, de nummer 1517 op PCS’s Ranglijst Aller Tijden.
Zo gaat dat, op PCS. Je belandt van het ene vraagtekens opwekkende detail in het andere, je ontmoet renners van wie je nog nooit had gehoord en – dat is helemaal bijzonder – je wordt op de hoogte gehouden van de uitslagen van koersen waarvan je het bestaan voor deze lome zondagmiddag nooit had vermoed of op zijn minst een beetje was vergeten. Deze zesde mei won Cees Bol van SEG Racing Academy bijvoorbeeld de Ardense Pijl en Omur Balkan de vierde rit van de Tour van Mesopotamië. Nazim Bakirci, de 31-jarige kopman van Torku Sekerspor, ging er met het eindklassement vandoor.
Vroeger was het hopeloos, met de actuele ordening van het wielrennen. Je had het Wielerjaarboek van Wencel Maresch, Herman Harens en Evert de Rooij, en in Vlaanderen de Vélo van René Jacobs. Schitterende boekjes, maar ze liepen altijd een seizoen achter. Voor de actuele uitslagen was de wielerverslaggever aangewezen op huisvlijt: uitslagen bijhouden en noteren in een multomapje. Of je moest, zoals Jean Nelissen, iemand hebben die dat voor je deed – het vermaarde archief van De Neel was het noeste werk van Jan Seuren. Maar wie niet over zo’n boekhouder of de benodigde zelfdiscipline beschikte, liep ergens halverwege het seizoen, en meestal eerder, vast in het zuigende moeras van uitslagen en feitjes.
Moet je nu kijken. Nu heb je Stephan van der Zwan, de oprichter van Pro Cycling Stats, een Jan Seuren in het kwadraat die zijn werk bovendien verricht ten behoeve van iedereen die is geïnteresseerd in de cijfertjes achter de koers. Hoe hij het in godsnaam voor elkaar krijgt is een groot raadsel. Hoe het hem lukt niet te verzuipen in de zee van data ook.
In 2000 verongelukte zijn wielrennende broer, en dat moet op de een of andere vreemde manier de trigger zijn geweest dit te gaan doen. Een heroïsche poging dingen vast te leggen, te behoeden voor de vergetelheid – zoiets moet het zijn. Hij doet het samen met websitebouwer Bert Lip, een voormalige kleine coureur die ook allang zou zijn vergeten, ware het niet dat we op PCS zijn schamele uitslagen kunnen terugvinden.
Er komen vijftigduizend bezoekers per dag op de site, in 2017 bedroeg het aantal pageviews 140 miljoen. De meeste bezoekers komen uit Spanje, wat hoop biedt voor het wielrennen aldaar.
Op de een of andere manier vind ik een site als PCS het bewijs dat wielrennen volwassen is geworden. Je hebt, achter de zichtbare werkelijkheid, een wereld nodig van cijfers en statistieken, de fundamenten van de realiteit. Een database, godsamme, of je sport is niks anders dan folklore.
Ik herinner me mijn weekendtas vol multomappen en krantenknipsels: per ongeluk laten staan in een parkeergarage in Genève, ergens in het begin van de Tour. Ik was ten einde raad en wilde afstappen.
Ik had me geen raad geweten, met Enrico Barbin, even de drager van de bergtrui in de Giro. (Geboren 4 maart 1990, 60 kg bij 1.66 meter. Plaats 721 op de meest actuele wereldranglijst van de UCI, nummer 4693 op de Ranglijst Aller Tijden van de PCS, één zege: zesde etappe van de Tour van Langkawi.)
Het enige wat PCS nóg beter zou maken, is een hoofdstukje ‘Trivia’ bij elke renner. Dat je leert dat de vader van Enrico Barbin een rietsnijder in de Povlakte is en dat zijn oudere zus ooit vierde werd bij een talentenjacht in het dorpshuis van Polesella. Kijk je opeens heel anders naar zo’n jongen, worden lome zondagmiddagen nóg mooier.
Maar verder: leve PCS.