PETER OUWERKERK

• Gratis •


Voetpadrijder of fietspadkijker?


VOETPADRIJDER – 13 letters. Leg de blokjes op het scrabblebord, de I en J gescheiden, en noteer 26 punten. Hm… Hier en daar misschien nog een bonus van een dubbele of drievoudige letterwaarde?

Ach, 13 letters voor 26 punten – eigenlijk is voetpadrijder een woord van niks. Filter het op een fijnmazige website en je krijgt de boodschap: ‘Het woord voetpadrijder kon niet worden gevonden.’ Van Dale? Zelfde verhaal.

Tóch was de voetpadrijder de voorbije twee weken in Vlaanderen nóg hotter dan de prutsvoetballer in Nederland.

Over de vijfsterrenrenners voor komende zondag bestaat geen twijfel: Greg Van Avermaet, Peter Sagan en Philippe Gilbert. Geen eurocent mee te verdienen bij de bookmakers. Veel leuker is het gokken op het aantal voetpadrijders dat en course uit die 101ste Ronde van Vlaanderen wordt geknikkerd, of achteraf wordt beboet met 200 Zwitserse franc, 187 euro – gelijk aan gsm-misbruik achter het stuur.

Gelouterde renners zitten daar niet mee. De ploeg betaalt.

Maar: het rijden over het voetpad is wél reglementair verboden. Hoor Wuyts & De Cauwer in koor: ‘Dat mag niet, dat mág niet, dat mááág niet..!’

De voetpadrijder bestaat al zolang er lucht in de banden gaat. De renner wordt geboren met het instinct zo slim mogelijk te koersen: zuinig over de kasseien, technisch bijdehanter dan de ander, op snelheid door het gootje, of – ’t allerbest: de vlucht naar het trottoir. Met tientallen tegelijk.

Of het erger en erger wordt, inmiddels lijkt uitgegroeid tot epidemie? Ja. Zeker in het Vlaamse voorjaar. Omdat? Doordat er op de openbare weg nauwelijks nog kan worden gekoerst. Alle verkeersremmende maatregelen verbuigen de brede banen bij herhaling tot trechters en fuiken, waar pelotons van tien rijen dik in een vacuüm worden gezogen. Seingevers moeten vooral kunnen hoogspringen, ’t liefst mét kikvorssprong.

En altijd staan er weer auto’s langs het parcours, of toeristen, scholieren van de hotelvakschool, kinderen, bejaarden, moeders met schorten, boeren met klakken, selfie-amateurs. Iedereen denkt dat koers synoniem is voor feest.

Dus? Dus gaat het soms gruwelijk mis. Dan botst de voetpadrijder in al zijn haast op een piketpaal die plotseling is gaan bewegen, van vlees en bloed blijkt te zijn. De vrij recente beelden van de frontale aanrijdingen van Johan Vansummeren en Sebastiaan Langeveld jagen nóg schrik aan. Later lees je in een eenkolommertje dat de ongelukkige 54-jarige vrouw niet meer uit coma is ontwaakt en aan haar verwondingen is overleden.

Wielersport is een gevaarlijke sport. Een sport van de straat, waar iedereen zijn eigen wetten op loslaat. De wetten van de jungle. Wie aan de kant staat, ervaart de zuigkracht van peloton en auto’s als het epicentrum van de orkaan. Toch wacht menig toeschouwer tot het laatst met wegspringen voor de aanstormende trein.

Iedere organisatie is verplicht een veilig parcours af te leveren. Maar de UCI heeft in haar reglement ook geduid dat de voetpadrijder niet (meer) wordt getolereerd. Het mág niet, en dít zijn de sancties. Alleen, elke voetpadrijder noteren is nog lastiger dan het identificatieproces van een groepsverkrachting.

De vraag is: is de openbare weg des renners, of blijft die weg altijd van iedereen? En: waar houdt de weg op? Waar wordt een voetpad fietspad, en waar een fietspad voetpad?

De inleving van de voetpadrijder is stukken professioneler dan die van de gemiddelde fietspadkijker. Het publiek herbergt de argelozen, de renners zijn de stuurmanskunstenaars, de acrobaten die zelfs 100 procentsongelukken nog weten te voorkomen.

Het peloton draait in de ‘overlevingsmodus’ (dixit Bram Tankink). De voetpadrijder is onuitroeibaar, hij wil handhaven, hij wil winnen. De fietspadkijker reikt hem onvoorwaardelijk de hand. Live de koers zien is pure sensatie, is je wagen in bull’s-eye. Reglementen noch boetes kunnen weerhouden dat ‘always the twain shall meet’.

Voetpadrijder 26 scrabblepunten, fietspadkijker 32 scrabblepunten. De Kleine Heinen – daar kan altijd nog meer bij. Zoals het alles overkoepelende Trottoirisme, volkstaal voor Trottoirterrorisme, goed voor 30 punten.


‘Another Brick In The Wall’ is een serie columns van De Muur Meesters zelve: Peter Ouwerkerk, Bert Wagendorp en John Kroon.

Leave a Reply